Voortgang activiteiten

Programma 5 Inkomsten van Winterswijk

Voortgang activiteiten

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Dit programma omvat de inkomsten van onze gemeente die ook de algemene dekkingsmiddelen zijn: de algemene uitkering uit het gemeentefonds en onze lokale heffingen. 

In de beleidsvelden staan de activiteiten en budgetten die ook daadwerkelijk horen bij onze ambities en doelstellingen én waarop wij (bij)sturingsmogelijkheden hebben. Het college voert de begroting uit binnen de programma's. Zij is in dat kader bevoegd om bij te sturen op activiteiten en budgetten bij te stellen binnen de betreffende programma.  

De (bij)sturingsmogelijkheden op programma 5 zijn beperkt. Op de algemene uitkering hebben wij als individuele gemeente geen invloed. En de hoogte van de lokale heffingen kunnen we alleen voor aanvang van het begrotingsjaar bepalen. Het gaat om inkomsten die geen directe relatie hebben met uitgaven in onze begroting. Daarom past het niet dat met deze inkomsten geschoven kan worden ter dekking van andere lasten. Isolatie van de algemene middelen in een eigen programma is dan de meest logische keuze.

5.1 Algemene middelen

Ambitie

Terug naar navigatie - Ambitie

We zijn een financieel gezonde gemeente. De ambities in onze begroting zijn in evenwicht met de gemeentelijke financiën voor korte en lange termijn.

Relevante documenten:

  • Financiële verordening gemeente Winterswijk.
  • Treasurystatuut.
  • Planning- en controldocumenten.

Wat willen we bereiken?

Terug naar navigatie - Wat willen we bereiken?
Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

Op Prinsjesdag presenteerde het ministerie van BZK de septembercirculaire 2024.  Voor de lopende begroting 2024 is vanuit het Btw- compensatiefonds het voorschot toegevoegd aan het gemeentefonds. Voor Winterswijk is dit een plus van € 748.000.

Vanaf 2026 stijgt de algemene uitkering met ruim € 2 miljoen. In het coalitieakkoord Rutte-4 was een aanvullende besparing in het kader van Jeugdzorg opgenomen. In het hoofdlijnenakkoord is afgesproken dat deze bezuiniging vervalt. In de septembercirculaire is de bijdrage van het Rijk nu structureel verwerkt, terwijl anderzijds de voorgenomen verlaging van de kosten (die al was verwerkt in een lagere algemene uitkering) ongedaan is gemaakt. Het voordeel loopt op van € 950.000 in 2026 tot € 1,1 miljoen in 2028. Daarnaast vormen diverse taakmutaties voor een verhoging van de algemene uitkering.

Begin oktober publiceerde het ministerie van BZK dat het accres, met de decembercirculaire 2024, positief wordt bijgesteld.

5.2 Lokale belastingen

Ambitie

Terug naar navigatie - Ambitie

De ambitie van de gemeente met betrekking tot lokale belastingen is tweeledig. Enerzijds streeft de gemeente ernaar om haar financiële onafhankelijkheid te vergroten door efficiënte en evenwichtige lokale belastingen te innen. Dit stelt de gemeente in staat om de nodige middelen te genereren om essentiële openbare diensten te financieren. Anderzijds is er een streven naar het waarborgen van transparantie en rechtvaardigheid in het belastingstelsel, waarbij de lasten eerlijk worden verdeeld over de inwoners en bedrijven. Deze dualiteit van financiële stabiliteit en sociale verantwoordelijkheid vormt de kern van de gemeentelijke belastingambitie en draagt bij aan het welzijn van de gemeenschap als geheel.

Onze lokale belastingdruk is in balans met het niveau van dienstverlening dat we bieden. Wanneer het gaat om heffingen en leges, is ons uitgangspunt dat deze doorgaans de kosten dekken, tenzij ze significant afwijken van vergelijkbare tarieven in andere gemeenten of als er sprake is van een plotselinge aanzienlijke verhoging. Om ervoor te zorgen dat onze ambities financieel haalbaar blijven, leggen we tevens de nadruk op het verkrijgen van (Europese) subsidies in plaats van het verhogen van lokale belastingen.

Relevante documenten:

  • Belastingverordeningen.
Terug naar navigatie - Trends en ontwikkelingen

Ontwikkelingen in de Wet WOZ:
Op 1 januari 2024 is er een nieuwe wet in werking getreden die proceskosten voor een rechtsbijstandverlener met 75% verlaagt. Het aantal bezwaren tegen de WOZ waarde is mede hierdoor met 50% afgenomen ten opzichte van vorig jaar en ook 17% minder dan 2022. De verwachting is dat er wel meer beroepszaken in 2024 zullen worden ingediend. Dit zijn zaken die gaan over 2023 en kennen nog de oude proceskostenvergoeding. Er is dan ook wat ruimer begroot op de uitbetaling van de proceskosten die voortkomen uit een beroepszaak. Gebleken is dat er inderdaad meer beroepszaken zijn binnengekomen. De verwachting van uitbetaling van meer proceskosten blijft dan ook staan.

Er is een meeropbrengst van de OZB eigenaren woningen. Dit komt omdat ten tijde van het vaststellen van de tarieven de definitieve WOZ-waarden nog niet bekend waren. Deze zijn wat hoger vastgesteld dan in de oorspronkelijke begroting was ingeschat.

Ontwikkelingen met betrekking tot de toeristenbelasting:
De toeristenbelasting is voor 2024 verhoogd. De effecten hiervan zullen pas in 2025 duidelijk worden aangezien er dan pas een aanslag op basis van de overnachtingen wordt opgelegd. Wel is er een meeropbrengst van de forensenbelasting voor 2024, aangezien deze is gekoppeld aan de toeristenbelasting.

Ontwikkelingen in de leges in relatie tot de Omgevingswet:
Ook is op 1 januari 2024 de Omgevingswet in werking getreden. Een aanpassing van de Legesverordening is hier dan ook het gevolg van geweest. Wat betreft de heffing van de leges is het nog te vroeg om te concluderen of er wezenlijke verschillen zijn te verwachten ten opzichte van het vorige jaar. Dit is namelijk ook nog afhankelijk van de hoogte van de met de aanvragen gemoeide kosten.

Financiële afwijkingen programma 5

Algemene middelen

Terug naar navigatie - Algemene middelen

Het voordeel van € 2.314.000 aan de batenkant bestaat met name uit een hogere algemene uitkering van € 2.278.000.

Het voordeel van € 481.000 aan de lastenkant betreft  een lagere rentelast vanwege uitstel van geplande investeringen.

Lokale belastingen

Terug naar navigatie - Lokale belastingen

Het voordeel van € 120.000 bij de baten is het gevolg van hogere gerealiseerde opbrengsten uit OZB. De verklaring hiervoor is, dat bij het vaststellen van de tarieven de WOZ-waarden nog niet definitief vastgesteld waren. Deze zijn uiteindelijk hoger dan initieel geraamd.

Aan de lastenkant is er geen sprake van mutaties groter dan € 50.000.