Voortgang activiteiten

Kaderbrief

Voortgang activiteiten

Kaderbrief

Terug naar navigatie - Kaderbrief

Kaderbrief 

Inleiding 

Net als vorig jaar wordt er in 2025 geen afzonderlijke Kadernota opgesteld, maar wordt volstaan met een Kaderbrief die integraal onderdeel uitmaakt van de Bestuursrapportage 2025. De belangrijkste overweging hiervoor is dit jaar dat normaal gesproken in de aanloop naar de verkiezingen geen (forse) intensivering van (nieuw) beleid plaatsvindt. Vanuit dat uitgangspunt zou de Kaderbrief slechts een verzameling van autonome ontwikkelingen betreffen. De Kaderbrief zou daarmee als kader voor de opstelling van de begroting 2026 e.v. weinig extra houvast bieden. 

In het proces van de Kaderbrief 2026 wordt inzichtelijk gemaakt welke ontwikkelingen autonoom zijn, voortvloeien uit bestaand beleid of nieuw zijn. In deze afweging wordt de begrotingscirculaire van de provincie betrokken. In deze kaderbrief pakken we de essentie uit deze circulaire. 

Uitgangssituatie 

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van het begrotingssaldo (volgens de vastgestelde Begroting 2025) weergegeven.  

Bedragen x € 1.000  2025 2026 2027 2028
Begrotingssaldo meerjarenperspectief 2025-2028  25 -3.535 -4.192 -4.521

September- en decembercirculaire 

Het saldo van de begroting wordt beïnvloed door de september- en decembercirculaire. Hoewel de circulaires in absolute zin leiden tot een voordeel, kan niet worden gesteld dat deze middelen beschikbaar zijn voor nieuw beleid of intensivering van beleid. De verhoging in de circulaires vloeit vooral voort uit een hoger accres. Dit is in principe bedoeld voor de bekostiging van autonome ontwikkelingen als areaaluitbreiding en loon- en prijsontwikkeling. In hoeverre de hogere algemene uitkering daarmee ruimte biedt voor nieuwe ontwikkelingen kan pas worden vastgesteld nadat de financiële vertaling van de autonome ontwikkelingen inzichtelijk is.  

Begrotingscirculaire provincie Gelderland 

Jaarlijks stelt de provincie vanuit haar rol als toezichthouder gemeentefinanciën een begrotingscirculaire op. Hierin geeft ze duidelijkheid over de manier waarop zij de komende (meerjaren)begroting beoordelen en informeren zij over actuele onderwerpen. 

Het belangrijkste element is dat de provincie aangeeft eraan vast te houden dat de begroting 2026 of de meerjarenraming uiterlijk in 2029 structureel en reëel moeten sluiten. Dit is een bestendiging van het vigerende uitgangspunt. Hierbij geeft zij aan dat het rëel en is toegestaan om onder voorwaarden meer reserves structureel in te zetten of alvast in de begroting en meerjarenraming rekening te houden met de uitkering van de ruimte onder het plafond van het BTW compensatiefonds. 

Daarentegen is de provincie van mening dat nog geen rekening mag worden gehouden met de verdere ‘ingroei’ van de herijking van het gemeentefonds. Voor de gemeente Winterswijk, als voordeelgemeente, gaat het om een substantieel bedrag dat nu niet meegenomen mag worden. De voorjaarsnota van het rijk was nog niet bekend voordat de provincie de circulaire schreef. Daarover volgt later informatie. Praktisch zal de mei-circulaire van het rijk duidelijkheid moeten geven. 

Ten aanzien van de Eigen bijdrage Wet maatschappelijke ondersteuning en klimaat- en energiebeleid geeft de provincie aan dat deze baten verwerkt mogen worden, indien de hiermee samenhangende lasten ook worden verwerkt. 

De circulaire behandelt meerdere actualiteiten. Het gaat dan om ontwikkelingen die via andere kanalen al tot ons waren gekomen en niet leiden tot aanpassingen in onze werkwijze of uitgangspunten. 

Autonome ontwikkelingen 

Met autonome ontwikkelingen worden bedoeld de financiële effecten van ontwikkelingen die niet het gevolg zijn van een beleidsbeslissing. Hierbij moet gedacht worden aan loon- en prijsontwikkelingen, autonome areaaluitbreiding en uitwerking van aangegane contracten of verplichtingen. Voor de autonome ontwikkelingen van de lasten en baten baseren we ons op eenzelfde systematiek als voorgaande jaren. Op moment dat deze concrete informatie beschikbaar is, wordt deze opgenomen in de uitgangspunten voor de begroting 2026. 

Op basis van de beschikbare informatie, waarbij nog niet alle ontwikkelingen financieel geduid zijn of kunnen worden, blijkt dat sprake is van substantiële autonome ontwikkelingen van tenminste € 3 miljoen. De nieuwe CAO vormt een belangrijke component hierin. Daarnaast laten de verbonden partijen, voor zover nu bekend, een toename van lasten zien van structureel € 1,4 miljoen.   

Voortzetting bestaand beleid 

Naast de min of meer vanzelfsprekende autonome ontwikkelingen doen zich ontwikkelingen voor waar theoretisch wellicht sprake is van beleidskeuze, maar waar praktisch gezien geen sprake van is. Dit geldt bijvoorbeeld voor het actualiseren van het meerjarenonderhoudsplan gebouwen en de daarop gebaseerde dotatie aan de voorziening en uit wetgeving voortvloeiende ontwikkelingen als informatieveiligheid (NIS2). In dit kader kunnen ook ontwikkelingen worden betrokken waarvan de hoogte van de lasten beïnvloedbaar is. 

Het gaat dan om ontwikkelingen die voortvloeien uit beleid dat al in gang is gezet en/of uit bestaand beleid voortvloeien. Voorbeelden zijn onderstaand opgenomen: 

  • Opstellen Omgevingsvisie 
  • Investeringen in de openbare ruimte (zoals bijvoorbeeld de verledding en hogere kosten voor het basisriool) 
  • Lobby voor en aanpak van de stikstofproblematiek
  • IHP Onderwijshuisvesting 
  • Versaasing 
  • Kosten generatiepact 
  • Meerjarige tariefontwikkeling ROVA BBR (Beheer openbare ruimte)  
  • Visie sociaal domein (uitvoeringsprogramma) 
  • Uitvoeringsplan BOSS 
  • Mobiliteitsplan 
  • Basis op orde / bedrijfsvoeringsagenda
  • Effecten inkoop SD
  • Noodzakelijke formatie-uitbreiding (voorstel college 29/4/25) 
  • Powerful Ageing (collegebesluit) 
  • Beleidsplan armoedevrij Winterswijk 
  • Behoud coördinator cultuurpunt

Voor een groot deel van deze ontwikkelingen is een voorstel in ontwikkeling, zit het in de bestuurlijke pijplijn en voor een deel is het onzeker of het financiële effect tijdig beschikbaar is voor verwerking in de begroting. De financiële ruimte i.s.m. de noodzaak bepalen uiteindelijk welke keuzes hierin gemaakt worden. 

Ontwikkelingen opbrengsten 

Aan de opbrengstenkant doen zich diverse ontwikkelingen voor. De belangrijkste betreft de bijdrage van het rijk uit het gemeentefonds. De meicirculaire zal hierover meer duidelijkheid moeten geven. 

De raming van de kosten jeugdzorg: begin 2025 is het rapport van de commissie Van Ark gepubliceerd. Hierin wordt geconstateerd dat de rijksmiddelen voor jeugdzorg niet toereikend zijn voor gemeenten om de taak goed uit te voeren. Door de premier is in de media uitgesproken dat het advies, naar de wens van de gemeenten/VNG, wordt gevolgd. In de voorjaarsnota van het rijk is voor de jaren 2025-2027 een hogere bijdrage opgenomen. In afwachting van de meicirculaire wordt vooralsnog niet uitgegaan van een hogere bijdrage jeugdzorg. De voorjaarsnota van het rijk biedt voor de 2025, 2026 en 2027 verlichting, maar voor 2028 e.v. zijn geen toezeggingen gedaan. 

De minister heeft bij brief de kamer dit jaar geïnformeerd over de verdere uitwerking van herijking van het gemeentefonds. Voor de gemeente Winterswijk is dit als ‘voordeelgemeente’ relevant. Op grond van de herijking mogen we structureel nog een toename van de algemene uitkering met € 1,8 miljoen tegemoetzien. Dit voordeel wordt gefaseerd via een suppletie vertaald. In de brief heeft de minister aangekondigd dat met ingang van 2027 verdere invulling aan die suppletie wordt gegeven. Dat zou betekenen dat de algemene uitkering van Winterswijk wordt verhoogd met € 15 per inwoner in 2027, € 30 in 2028 en € 45 in 2029. De provincie staat niet toe dat we hiermee nu (al) rekening houden. 

Naast de rijksmiddelen worden eigen opbrengsten verkregen. Hierbij is de insteek het optimaliseren van de kostendekkendheid leges en heffingen en de trendmatige verhogingen belastingen, leges en heffingen. 

Wensen / nieuw beleid 

Op basis van de huidige inzichten hebben we nu en ook in de komende jaren geen financiële ruimte voor voorstellen nieuw beleid. De verdere vertaling van de herijking van het gemeentefonds en de nog te maken keuze over het benutten van het surplus in de algemene reserve heeft invloed op het perspectief, maar zelfs dan nog is het de vraag of er structureel ruimte is voor nieuw beleid. In het verleden mocht de algemene reserve niet worden ingezet voor het dekken van structurele lasten. Onder voorwaarden mag het deel van de algemene reserve dat boven de benodigde weerstandscapaciteit ligt worden ingezet als structureel dekkingsmiddel. 

Technische uitgangspunten begroting 2026 

In de bijlage zijn de technische uitgangspunten voor de Begroting 2026 e.v. opgenomen. Het gaat hierbij om de wijze waarop we loon- en prijsstijgingen en bijvoorbeeld rente ramen. Daarnaast zijn kaders opgenomen voor de ramingen van belastingen, leges en heffingen.