Paragraaf financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de ‘treasury-activiteiten’ moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en de handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. 

In het ‘treasury-statuut’ zijn de beleidskaders voor Winterswijk opgenomen. Zo is vastgelegd dat de ‘treasury-functie’ uitsluitend de publieke taak dient en het beheer verstandig is. De provincie houdt toezicht op de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Dit doet de provincie op basis van gegevens die wij verstrekken op grond van de Wet fido. 

Hierbij is een aantal onderwerpen van belang:

  1. Kasbeheer: maximaal aan te trekken daggelden.
  2. Risicobeheer: renterisiconorm, minimalisatie van het renterisico.
  3. Gemeentefinanciering: de relatie tussen kort- en langlopende leningen en de korte- en langetermijnbehoefte aan geld.
  4. Rentevisie.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Kasbeheer

Met de kasgeldlimiet wordt een beperking opgelegd aan de omvang van de netto vlottende schuld. Deze bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor 2025 is dat € 10,8 miljoen. Het is afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte of er een kortlopende of langlopende lening wordt opgenomen. 

 

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

In het 'treasury-statuut' staat dat de financieringsfunctie dient voor het beschermen tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico’s, koersrisico’s, kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en valutarisico’s. Daarnaast geeft de Wet fido een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. Hierna wordt aangegeven in welke mate deze risico’s zich voordoen en op welke wijze deze risico’s worden beheerst.

Renterisiconorm 2025 (x € 1.000)
Berekening renterisiconorm en risico:
1a Renteherziening vaste schuld o/g 0
1b Renteherziening vaste schuld u/g 0
2 Netto rente herziening (1a-1b) 0
3 Betaalde aflossingen 5.155
4 Renterisico op vaste schuld (2 + 3) 5.155
Rentenorm:
5 Begrotings- en rekentotaal 127.504
6 Bij ministerie regeling vastgesteld % 20%
7 Renterisiconorm 25.501
Toets rente risiconorm:
7 Renterisiconorm 25.501
4 Renterisico op vaste schuld (aflossing en renteherzieningen) 5.155
8 Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) 20.346

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Over de bestaande langlopende geldleningen loopt de gemeente geen renterisico. Uit onderstaand verloop van de langlopende leningen blijkt, dat de omvang van de leningenportefeuille vanaf 2025 toeneemt van circa € 83 miljoen naar zo'n 86 miljoen. 

Gemeentefinanciering 2025 (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Langlopende leningen begin jaar 83.090 86.435 91.280 86.125
Nieuw op te nemen leningen 8.500 10.000 0 0
Aflossing -5.155 -5.155 -5.155 -5.155
Langlopende leningen eind jaar 86.435 91.280 86.125 80.970

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Schatkistbankieren is bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën (de 'schatkist'). Publiek geld verlaat de schatkist niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van die publieke taak.

Schatkistbankieren draagt bij aan de volgende doelstellingen:

  • Doelmatiger kasbeheer voor deelnemers.
  • Minimalisatie van het risico voor de onderdelen van de collectieve sector die overtollige middelen hebben.
  • Reductie van de EMU-schuld, omdat door schatkistbankieren de externe financieringsbehoefte van de collectieve sector daalt.

Sociale fondsen, decentrale overheden, agentschappen en ministeries zijn verplicht om aan schatkistbankieren deel te nemen.

Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector (Rijk en decentrale overheden samen). Iedere euro die decentrale overheden aanhouden in de schatkist, vermindert de externe financieringsbehoefte van het Rijk. Dat het Rijk (het Agentschap) minder hoeft te financieren op de markt, vertaalt zich direct in een lagere staatsschuld. 

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

Het renteschema geeft inzicht in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het saldo van € 0,4 miljoen geeft aan dat het rentepercentage (omslagrente van 2%) dat is toegerekend aan de kapitaallasten, hoger is dan de begrote te betalen rente. Dit komt met name doordat we zoveel mogelijk met kortlopende leningen financieren, waardoor de langlopende leningen en dus de rentelasten lager uitvallen. We houden die 2% aan omdat we de komende jaren een fors aantal leningen moeten aantrekken voor de investeringen die op de planning staan.

Omslagrente

Terug naar navigatie - Omslagrente

De omslagrente (interne rentepercentage) is voor de activa op 2,0% gesteld. 

Renteschema (€ 1.000)
Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 2.549
b. De externe rentebaten -36
2.513
c. De rente die aan grondexploitatie moet worden toegerekend -142
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend (voorbeeld: riolering) 0
-142
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 2.371
d1 Rente over eigen vermogen 0
d2 Rente over voorzieningen 0
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente 2.371
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2.791
f. Renteresultaat 420

Kasstroom

Terug naar navigatie - Kasstroom

We sluiten zo min mogelijk nieuwe langlopende leningen af. Voor onze liquiditeitsbehoefte maken we in eerste instantie maximaal gebruik van de kasgeldlimiet. Dit betekent dat we tot € 10,8 miljoen aan leningen mogen aantrekken met een looptijd van maximaal een jaar. Daarboven moeten we langlopende leningen afsluiten.

In onderstaand overzicht staat de kasstroom over de jaren 2025 tot en met 2028 weergegeven. Hieruit blijkt dat we de komende jaren nieuwe leningen moeten afsluiten. Dit komt door de investeringen die voor de komende jaren op de planning staan.

Kasstroom (x € 1.000) Begroting Begroting Begroting Begroting
2025 2026 2027 2028
Saldo 1-1 6.681 954 1.521 -5.313
Operationele activiteiten
Saldo van baten en lasten -2.992 -3.537 -4.194 -4.523
Afschrijvingen 5.857 6.152 6.337 6.321
Voorzieningen -603 -597 -511 -511
Saldo operationele activiteiten (A) 2.262 2.018 1.632 1.287
Investeringsactiviteiten
Investeringen (incl. inkomsten) -11.388 -6.350 -3.365 -1.086
Saldo investeringsactiviteiten (B) -11.388 -6.350 -3.365 -1.086
Financieringsactiviteiten
Aflossing lening -5.155 -5.155 -5.155 -5.155
Opgenomen lening 8.500 10.000 0 0
Overige mutaties 54 54 54 54
Saldo financieringsactiviteiten (C) 3.399 4.899 -5.101 -5.101
Saldo kasstroom 31-12 954 1.521 -5.313 -10.213