Paragraaf lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over de gemeentelijke belastingen. Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds vormen de belastingen onze belangrijkste inkomstenbronnen. 

We onderscheiden drie typen gemeentelijke belastingen. De onderstaande drie belastingtypen lichten we later in deze paragraaf verder toe:

  • Algemene belastingen
  • Bestemmingsheffingen
  • Retributies

De opbrengsten van de algemene belastingen tellen we op bij de algemene middelen. Dit betekent dat we de opbrengsten van deze belastingen niet labelen. We kunnen ze daardoor voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen inzetten. Voorbeelden van deze algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelastingen (OZB), precariobelasting, reclamebelasting, forensenbelasting en toeristenbelasting. 

De opbrengsten van bestemmingsheffingen zijn bestemd voor specifieke voorzieningen. Deze specifieke voorzieningen hebben wel een duidelijk algemeen belang. Onder deze categorie vallen de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

We heffen retributies als de gemeente een specifieke dienst verleent; de leges, begraafrechten en marktgelden zijn de belangrijkste retributies binnen de gemeente Winterswijk.

We mogen geen winst maken op bestemmingsheffingen en retributies, de begrote opbrengst mag dus niet hoger zijn dan de begrote kosten om de diensten te verlenen.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

We hanteren de volgende uitgangspunten:

  • De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) is in 2025 gelijk aan die van 2024 (exclusief inflatie en areaaluitbreiding).
  • Het inflatiepercentage van 2,8% is gebaseerd op de Loon- en prijsindices CPB. Dit staat in tabel 4.2.2 van de meicirculaire van het gemeentefonds 2024.
  • De rioolheffing is 93% kostendekkend op basis van het Gemeentelijk Waterplan (GWP). 
    We wijken af van volledige kostendekkendheid om te voorkomen dat de tarieven rioolheffing buitenproportioneel stijgen. In 2025 zoeken we naar mogelijkheden om de kosten zodanig te beheersen dat de kaders van het GWP overeind blijven en geen extra beslag wordt gedaan op de algemene middelen of een meer dan trendmatige tariefstijging nodig is.
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • Bij de leges streven we naar 100% kostendekking.

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

De belastingdruk geeft aan welke belastingen onze inwoners direct in hun portemonnee voelen. Om deze belastingdruk te berekenen, tellen we de OZB, de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing bij elkaar op. 

In de tabel Belastingdruk 2025 rekenen we met een  gemiddelde WOZ-waarde van € 307.000 voor een woning. De verwachte waardestijging is 3,5% voor woningen. Verderop in deze paragraaf lichten we de vermelde bedragen verder toe.

De belastingdruk voor de inwoner ziet er als volgt uit:

Gezin (eigen woning) 2023 2024 2025
WOZ-waarde € 288.000 WOZ-waarde € 297.000 WOZ-waarde € 307.000*
Belastingen:
Onroerende-zaakbelasting 279,00 293,00 303,00
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 182,00 187,00 205,00
- variabel deel (14 aanbiedingen) 21,00 21,00 21,00
Rioolheffing (127m³)** 380,70 384,75 389,89
TOTAAL 862,70 885,75 918,89
Gezin (huurwoning) 2023 2024 2024
Belastingen:
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 182,00 187,00 205,00
- variabel deel (14 aanbiedingen) 21,00 21,00 21,00
Rioolheffing (127m³)** 380,70 384,75 389,89
TOTAAL 583,70 592,75 615,89
* 3,5% waardestijging
** 6% minder water verbruik

De stijging is het gevolg van een hogere OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de OZB-opbrengst gelijk blijft, met uitzondering van de areaaluitbreiding en de inflatie. Dit betekent dat ongeacht de waardestijging (of -daling) de verschuldigde OZB niet verandert. Voor 2025 verwachten we een waardestijging voor de woningen van gemiddeld 3,5%, wat hoger is dan de inflatie. Rekening houdend met het inflatiepercentage, die voor 2025  is vastgesteld op 2,8%, blijft het tarief gelijk. 

Daarnaast stijgt het tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit komt doordat de kosten van ROVA stijgen. Om 100% kostendekkend te blijven, verhogen we het tarief voor het vastrecht met € 18 (€ 205,00). Voor een verdere toelichting op de wijze van de afvalstoffenheffing, zie onder ‘Afvalstoffenheffing’.

Tot slot gaan we ook de tarieven voor de riool- en waterzorgheffing verhogen. We wijken af van volledige kostendekkendheid om te voorkomen dat de tarieven rioolheffing buitenproportioneel stijgen. De tarieven stijgen met € 0,22 per m³ ingenomen water. Dat is een stijging van 7,7%. De verwachting is echter dat het gemiddelde waterverbruik per huishouden met 6% afneemt.

De belastingdruk voor de inwoner die in een eigen woning woont met een gemiddelde WOZ-waarde, stijgt met € 33,14. Rekening houdend met de inflatie (2,8%), stijgt de belastingdruk in reële zin met 0,9%. Voor de inwoner in een huurwoning stijgt de belastingdruk met € 23,14. Rekening houdend met de inflatie stijgt de belastingdruk in reële zin met 1,1 %.

Door afval goed te scheiden, kunnen inwoners zelf invloed uitoefenen op een deel van de verschuldigde afvalstoffenheffing. Immers, hoe minder restafval wordt aangeboden, hoe lager het variabele deel.  Door verstandig met het waterverbruik om te gaan, is het ook mogelijk om minder aan riool- en waterzorgheffing te betalen. Dit komt omdat we de riool- en waterzorgheffing per m³ ingenomen water afrekenen.

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst heffingen
Belastingsoort Rekening 2023 Begroting 2024 Begroting 2025
OZB eigenaren woningen 3.726.000 3.907.000 4.188.000
OZB eigenaren niet woning 1.739.000 1.816.000 1.873.000
OZB gebruikers niet woning 1.192.000 1.244.000 1.283.000
OZB TOTAAL 6.657.000 6.967.000 7.344.000
Reclamebelasting 108.000 105.000 105.000
Toeristenbelasting 850.000 1.054.000 1.054.000
Forensenbelasting 95.000 90.000 90.000
Precariobelasting 62.000 50.000 50.000
Afvalstoffenheffing 2.769.000 2.910.000 3.160.000
Rioolheffing 3.822.000 4.174.000 4.355.000
Grafrechten 256.000 242.000 239.000
Marktgelden 116.000 104.000 130.000
Leges Omgevingsvergunningen 920.000 874.428 1.340.000
Leges 333.000 581.000 572.000
Totaal 15.988.000 17.151.428 18.439.000

Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen

De onroerendgoedmarkt is tussen 2023 en 2024 gestabiliseerd voor met name de woningen. De verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde stijgt met zo’n 3,5%. Voor niet-woningen is de verwachting dat de waarden met 1,25% stijgen. Deze aannames zijn op basis van de inschatting van de Waarderingskamer. De exacte invloed is op dit moment nog niet bekend, omdat de herwaardering voor belastingjaar 2025 nog in volle gang is. Eind 2024 wordt de herwaardering afgerond en is duidelijk wat de nieuwe WOZ-waarden voor 2025 zijn. 

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de opbrengst van de OZB wordt gefixeerd. Wel wordt er nog rekening gehouden met areaaluitbreidingen en de inflatiecorrectie (2,8% voor 2025). Door het fixeren van de opbrengst wordt het tarief dus gewijzigd. Hierbij geldt dat bij een daling van de WOZ-waarden het tarief stijgt, en bij een stijging van de WOZ-waarden wordt deze lager. Dit komt omdat we bij het berekenen van de OZB de WOZ-waarde vermenigvuldigen met het tarief. 

De OZB-tarieven voor 2025 zijn, onder voorbehoud van de vaststelling van de belastingverordeningen eind 2024, als volgt: 

Tarieven Onroerende-zaakbelasting (OZB) 2023 2024 2025
Eigendom woning 0,0969% 0,0987% 0,0987%
Eigendom niet-woning 0,2616% 0,2672% 0,2723%
Gebruik niet-woning 0,1636%* 0,2114% 0,2154%
*eenmalige aanpassing

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Het college stelt de raad voor om de toeristenbelasting gelijk te laten met het tarief van 2024. Voor de komende jaren blijven we in gesprek met de sector.

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

Voor het tarief van de forensenbelasting zoeken we aansluiting bij de toeristenbelasting. Het forfaitaire tarief voor een vakantiewoning in de toeristenbelasting is ook van toepassing op de gemeubileerde woning bij de forensenbelasting. Aangezien het tarief voor de toeristenbelasting niet wijzigt, blijft dit tarief gelijk op € 370.

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

We heffen precariobelasting voor het gebruik van gemeentegrond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de terrassen bij cafés en restaurants en aan uitstallingen. 

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Inwoners betalen alleen voor het aanbieden van hun restafval. Herbruikbare afvalstoffen halen we tegen nultarief op. De afvalstoffenheffing bestaat daarom uit een vastrecht en een tarief per restafvalaanbieding. 

Wij berekenen de kosten voor de afvalinzameling van ROVA door in onze tarieven. Omdat deze kosten gestegen zijn (+ € 162.000) en het aantal aanbiedingen is gedaald, stijgen ook de tarieven. Om 100% kostendekkend te blijven, hebben we de kostenstijging verwerkt in het vastrecht. Zo betalen ook de 'nul-aanbieders' mee aan de toegenomen lasten. 

Tevens is in de kosten een bedrag van € 80.000 opgenomen conform het raadsbesluit van april 2024. Tegenover de toegenomen kosten is er wel een hogere vergoeding ontvangen voor Nedvang.

De tariefontwikkeling ziet er als volgt uit: 

 

Tarieven Afvalstoffenheffing 2023 2024 2025
Afvalstoffenheffing
Vastrecht 182,00 187,00 205,00
Variabel:
Ondergrondse verzamelcontainer 1,50 1,50 1,50
140 liter restafvalcontainer 6,00 6,00 6,00
240 liter restafvalcontainer 9,00 9,00 9,00

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

We wijken af van volledige kostendekkendheid om te voorkomen dat de tarieven rioolheffing buitenproportioneel stijgen (zie het onderdeel beleid hierboven).  Het Gemeentelijk Waterbeheersingsplan (GWP) vormt hiervoor de basis. Hierin is opgenomen welke kosten we hebben gemaakt en welke we de komende jaren gaan maken. Door de uitbreiding van de watertaken van de gemeente, kunnen we meer kosten onder de riool- en waterzorgheffing scharen. In het GWP is hier een verdere invulling aan gegeven. 

Binnen de gemeente Winterswijk volgen we het waterspoor voor de riool- en waterzorgheffing. Dat betekent dat we de inwoner belasten voor het daadwerkelijke waterverbruik. De aanslagoplegging verloopt via het waterbedrijf Vitens. De gemeente ’lift’ mee met de aanslagoplegging door Vitens. Aan de hand van het door Vitens berekende waterverbruik, legt Vitens de aanslag riool- en waterzorgheffing namens de gemeente op. Bij het bepalen van de tarieven gaan we uit van een gemiddeld waterverbruik over de afgelopen drie jaar. Vitens levert in november het waterverbruik over de afgelopen periode aan. Met dit waterverbruik houden we rekening bij het berekenen van de tarieven voor 2025. 

Tarieven Riool- en waterzorgheffing 2023 2024 2025
per kubieke meter
0-500 m³ 2,82 2,85 3,07
501 - 5.000 m³ 2,78 2,80 3,03
5.001 - 20.000 m³ 2,73 2,76 2,95
20.001 en meer 0,00 0,00 0,00

Grafrechten

Terug naar navigatie - Grafrechten

De kosten voor de begraafplaats zijn al jaren hoger dan de opbrengsten. Dit komt voornamelijk omdat we voor de oudere graven geen inkomsten meer ontvangen, maar we deze wel moeten onderhouden. De mogelijkheden op de begraafplaats zijn uitgebreid met natuurbegraven en islamitisch begraven. Daarnaast is de kinderbegraafplaats opgeknapt. 

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

De marktgelden leggen we op aan de marktkooplui die op de woensdag en zaterdag een kraam hebben op de markt. Deze worden voor 2025 verhoogd met 20%, om zo meer kostendekkend te zijn. In 2025 worden de kostendekkendheid en de daaruit voorkomende tarieven opnieuw tegen het licht gehouden.

 

Tarieven marktgeld 2023 2024 2025
per vierkante meter:
zaterdag 0,98 0,98 1,18
zaterdag vette waren 1,33 1,33 1,60
woensdag 0,62 0,62 0,74
woensdag vette waren 0,83 0,83 1,00

Leges algemene dienstverlening

Terug naar navigatie - Leges algemene dienstverlening

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Dit betekent voor de gemeente dat de werkzaamheden voor de beoordeling van een vergunningsaanvraag zijn veranderd. Dit heeft ook gevolgen voor de in rekening te brengen leges. We blijven leges heffen voor het uitvoeren van de ruimtelijke toets en tevens kunnen we leges gaan heffen voor de aanvraag van milieuvergunningen. De vaste tarieven worden wel geïndexeerd, maar de percentages die een relatie hebben met de bouwsom blijven gelijk. Dit omdat de aanname is dat de bouwsom al geïndexeerd is. Ook is er een inschatting gemaakt dat er meer wordt gebouwd tegen een hogere bouwsom. 

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Reclamebelasting

Het hoofddoel van de reclamebelasting is de bevordering en versterking van het centrale gebied van Winterswijk. Om dit te bereiken is de stichting Ondernemers Fonds Centrum Winterswijk (OFCW) in het leven geroepen. De gemeente int reclamebelasting, met als doel zoveel mogelijk ondernemers in het centrum te betrekken.

Nadat we onze eigen kosten hebben afgetrokken, storten we de opbrengst op de rekening van de stichting. Er is een convenant gesloten tussen de stichting en de gemeente, waarin duidelijke afspraken zijn vastgelegd over de besteding van het geld. Dit waarborgt dat de middelen daadwerkelijk worden ingezet ten behoeve van het centrumgebied.

Voor 2025 is vanuit het OFCW het verzoek gekomen om de heffingsgrondslag en het tarief te wijzigen. Dit is momenteel in onderzoek. De eventuele meeropbrengsten worden dan ook aan het OFCW afgedragen.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Burgers die op het sociaal minimum leven, kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing.

Voor burgers die het afgelopen jaar kwijtschelding hebben gehad, laten we bij het inlichtingenbureau controleren of zij nog voldoen aan de voorwaarden. Als dit zo is, wordt automatisch kwijtschelding verleend. Burgers hoeven hiervoor dan geen verzoek tot kwijtschelding meer in te dienen. 

We schelden alleen het vastrecht van de afvalstoffenheffing kwijt. Zo stimuleren we ook burgers die in aanmerking komen voor kwijtschelding om het afval zoveel mogelijk te scheiden. 

Bij de riool- en waterzorgheffing schelden we een waterverbruik kwijt van maximaal 45 m³ per persoon per huishouden. We informeren Vitens ook als er kwijtschelding is verleend.

Kostenonderbouwing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing

In de paragraaf lokale heffingen is een overzicht van de baten en lasten opgenomen voor die heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten.

In deze paragraaf is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en leges kostendekkend zijn. Voor deze belastingsoorten geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Onder maximaal kostendekkend verstaan we dat de geraamde baten de geraamde kosten niet mogen overschrijden. Verder houden we rekening met de overhead, waarbij deze omschreven zijn als: ‘die kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces.

Hieronder geven we achtereenvolgens een overzicht van de kostenonderbouwing voor de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en leges.

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing
Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing
Kosten
Afval 3.403.000
overhead 179.000
Totale kosten 3.582.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 3.160.000
Overige opbrengsten 423.000
Totale opbrengsten 3.583.000
Dekking 100%

Kostenonderbouwing rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing rioolheffing
Kostendekkendheid riool- en waterzorgheffing
Kosten
Riolering 4.307.000
Overhead 426.000
Totale kosten 4.733.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 4.355.000
Overige opbrengsten 42.000
Totale opbrengsten 4.397.000
Dekking 93%

Kostenonderbouwing grafrechten

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing grafrechten
Kostendekkendheid grafrechten
Kosten
Begraafplaats 338.000
Overhead 62.000
Totale kosten 400.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 239.000
Overige opbrengsten 0
Totale opbrengsten 239.000
Dekking 60%

Kostenonderbouwing marktgelden

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing marktgelden
Kostendekkendheid marktgelden
Kosten
Warenmarkt 119.000
Overhead 23.000
Totale kosten 142.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 130.000
Overige opbrengsten 12.000
Totale opbrengsten 142.000
Dekking 100%

Kostenonderbouwing leges

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing leges

Voor de kostendekkendheid van de leges geldt dat de opbrengst van alle leges samen maximaal 100% mag zijn van de begrote kosten. Dit kan betekenen dat er op onderdelen een overdekking is en op andere onderdelen een onderdekking. Uit bovenstaande tabel blijkt dat er op geen enkele leges een overdekking is. Hiermee voldoen we aan de wettelijke eis dat de totaal begrote opbrengst de begrote kosten niet mag overschrijden.

De genoemde titels en hoofdstukken zijn terug te vinden in de tarieventabel die hoort bij de Legesverordening 2024. Hierin staan de diverse productgroepen opgenomen, met de daarbij behorende tarieven. Opgenomen zijn alleen die hoofdstukken waar activiteiten in plaatsvinden. 

Kostendekkendheid leges
Lasten Overhead Totaal lasten Baten Dekking in %
Titel 1 Algemene Dienstverlening
H 1 Burgerlijke stand 22.423 17.150 39.573 25.000 63%
H 2 Reisdocumenten/ID-Kaart 261.900 115.055 376.955 347.705 92%
H 3 Rijbewijzen 72.636 45.890 118.526 116.955 99%
H 4 Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen 15.618 17.664 33.282 22.093 66%
H 5 Bestuursstukken 0 0 0 0 0%
H 6 Vastgoedinformatie 0 0 0 0 0%
H 7 Overige publiekszaken 17.946 5.031 22.977 19.823 86%
H 8 Gemeentearchief 0 0 0 0 0%
H 9 Bijzondere Wetten 21.055 11.857 32.912 28.584 87%
H 10 Diversen 0 0 0 0 0%
Subtotaal 411.578 212.647 624.225 560.160 90%
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving
H 1 Algemene bepalingen 0 0 0 0 0%
H 2 Voorfase 0 0 0 0 0%
H 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken 919.569 666.617 1.586.186 1.339.880 84%
H 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 0 0 0 0 0%
H 5 Milieubelastende activiteiten 0 0 0 0 0%
H 6 Lozingsactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 7 Aanlegactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 8 Overige activiteiten 0 0 0 0 0%
H 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 10 Gelijkwaardigheid 0 0 0 0 0%
H 11 Overige tarieven 0 0 0 0 0%
H 12 Modaliteiten 0 0 0 0 0%
H 13 Vermindering 0 0 0 0 0%
H 14 Teruggaaf 0 0 0 0 0%
Subtotaal 919.569 666.617 1.586.186 1.339.880 84%
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn
H 1 Horeca 1.815 1.942 3.757 3.000 80%
H 2 Seksbedrijven 0 0 0 0 0%
H 3 Winkeltijdenwet 0 0 0 0 0%
H 4 Organiseren evenementen 20.348 21.775 42.123 5.000 12%
H 5 APV-vergunningen 493 529 1.022 300 29%
H 6 Gereserveerd 0 0 0 0 0%
H 7 In deze hoofdstuk niet benoemd besluit 6.223 6.659 12.882 4.000 31%
Subtotaal 28.879 30.905 59.784 12.300 21%
Totaal 1.360.026 910.169 2.270.195 1.912.340 84%