Paragraaf financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de ‘treasury-activiteiten’ moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en de handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. 

In het ‘treasury-statuut’ zijn de beleidskaders voor Winterswijk opgenomen. Zo is vastgelegd dat de ‘treasury-functie’ uitsluitend de publieke taak dient en het beheer verstandig is. De provincie houdt toezicht op de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Dit doet de provincie op basis van gegevens die wij verstrekken op grond van de Wet fido. 

Hierbij is een aantal onderwerpen van belang:

  1. Kasbeheer: maximaal aan te trekken daggelden.
  2. Risicobeheer: renterisiconorm, minimalisatie van het renterisico.
  3. Gemeentefinanciering: de relatie tussen kort- en langlopende leningen en de korte- en langetermijnbehoefte aan geld.
  4. Rentevisie.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Kasbeheer

Met de kasgeldlimiet wordt een beperking opgelegd aan de omvang van de netto vlottende schuld. Deze bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal bij aanvang van het begrotingsjaar. Voor 2026 is dat € 11,2 miljoen. Het is afhankelijk van de liquiditeitsbehoefte of er een kortlopende of langlopende lening wordt opgenomen. 

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Risicobeheer

Het doel van de renterisiconorm is om te voorkomen dat de gemeente in één jaar te veel leningen moet herfinancieren of waarvan de rente herzien wordt, waardoor ze kwetsbaar wordt voor rentestijgingen. 

De renterisiconorm bevat 3 criteria:

  • De renterisiconorm stelt dat het totaal van renteherzieningen en aflossingen in een jaar niet meer mag zijn dan 20% van het begrotingstotaal van dat jaar;
  • Dit geldt voor leningen met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of langer;
  • Er is een minimumbedrag van €2.500.000 vastgesteld voor de norm.

Uit onderstaande berekening blijkt dat wij ruim binnen de norm zijn gebleven.

Renterisiconorm 2026 (x € 1.000)
Berekening renterisiconorm en risico:
1a Renteherziening vaste schuld o/g 0
1b Renteherziening vaste schuld u/g 0
2 Netto renteherziening (1a-1b) 0
3 Betaalde aflossingen 5.580
4 Renterisico op vaste schuld (2 + 3) 5.580
Rentenorm:
5 Begrotings- en rekentotaal 132.000
6 Bij ministerie regeling vastgesteld % 20%
7 Renterisiconorm 26.400
Toets renterisiconorm:
7 Renterisiconorm 26.400
4 Renterisico op vaste schuld (aflossing en renteherzieningen) 5.580
8 Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) 20.820

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Gemeentefinanciering

Over de bestaande langlopende geldleningen loopt de gemeente geen renterisico. Uit onderstaand overzicht van de langlopende leningen blijkt, dat de omvang van de leningenportefeuille vanaf 2026 afneemt van circa € 81 miljoen naar circa € 73 miljoen. Voor 2026 en 2027 moeten we nieuwe leningen afsluiten. Dit komt door de investeringen die voor de komende jaren op de planning staan. Vanaf 2028 kijken we naar de actuele ontwikkelingen of er dan nieuwe leningen moeten worden afgesloten.

Gemeentefinanciering 2026 (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Langlopende leningen begin jaar 76.435 80.855 84.775 78.395
Nieuw op te nemen leningen 10.000 10.000 0 0
Aflossing -5.580 -6.080 -6.380 -5.430
Langlopende leningen eind jaar 80.855 84.775 78.395 72.965

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Schatkistbankieren

Schatkistbankieren is bedoeld voor instellingen die een wettelijke of publieke taak uitvoeren en hiervoor gelden van het Rijk ontvangen. Dit houdt in dat zij de publieke gelden aanhouden bij het ministerie van Financiën (de 'schatkist'). Publiek geld verlaat de schatkist niet eerder dan noodzakelijk is voor de uitvoering van die publieke taak.

Schatkistbankieren draagt bij aan de volgende doelstellingen:

  • Doelmatiger kasbeheer voor deelnemers.
  • Minimalisatie van het risico voor de onderdelen van de collectieve sector die overtollige middelen hebben.
  • Reductie van de schuld van de Economische en Monetaire Unie (EMU), omdat door schatkistbankieren de externe financieringsbehoefte van de collectieve sector daalt.

Sociale fondsen, decentrale overheden, agentschappen en ministeries zijn verplicht om aan schatkistbankieren deel te nemen.

Deelname van de decentrale overheden aan schatkistbankieren draagt bij aan een lagere EMU-schuld van de collectieve sector (Rijk en decentrale overheden samen). Iedere euro die decentrale overheden aanhouden in de schatkist, vermindert de externe financieringsbehoefte van het Rijk. Dat het Rijk (het Agentschap) minder hoeft te financieren op de markt, vertaalt zich direct in een lagere staatsschuld. 

Renteschema

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Renteschema

Het renteschema geeft inzicht in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het saldo van € 1,2 miljoen geeft aan dat het rentepercentage (omslagrente van 2%) dat is toegerekend aan de kapitaallasten, hoger is dan de begrote te betalen rente. Dit komt met name doordat we zoveel mogelijk met kortlopende leningen financieren, waardoor de langlopende leningen en dus de rentelasten lager uitvallen. We houden die 2% aan omdat we de komende jaren een fors aantal leningen moeten aantrekken voor de investeringen die op de planning staan.

Omslagrente

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Omslagrente

De omslagrente (interne rentepercentage) is voor de activa op 2,0% gesteld. 

Renteschema (€ 1.000)
Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 1.869
b. De externe rentebaten -34
1.835
c. De rente die aan grondexploitatie moet worden toegerekend -126
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend (voorbeeld: riolering) 0
-126
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 1.709
d1 Rente over eigen vermogen 0
d2 Rente over voorzieningen 0
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente 1.709
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2.984
f. Renteresultaat 1.275

Kasstroom

Terug naar navigatie - Paragraaf financiering - Kasstroom

We sluiten zo min mogelijk nieuwe langlopende leningen af. Voor onze liquiditeitsbehoefte maken we in eerste instantie maximaal gebruik van de kasgeldlimiet. Dit betekent dat we tot € 11,2 miljoen aan leningen mogen aantrekken met een looptijd van maximaal een jaar. Daarboven moeten we langlopende leningen afsluiten.

In onderstaand overzicht staat de kasstroom over de jaren 2026 tot en met 2029 weergegeven. Hieruit blijkt dat we de komende jaren nieuwe leningen moeten afsluiten. Dit komt door de investeringen die voor de komende jaren op de planning staan.

Kasstroom (x € 1.000) Begroting Begroting Begroting Begroting
2026 2027 2028 2029
Saldo 1-1 -7.737 -8.412 -5.684 -12.171
Operationele activiteiten
Saldo van baten en lasten -1.597 -2.277 -3.388 -3.298
Afschrijvingen 6.243 6.595 6.584 6.566
Voorzieningen -548 -622 -699 -707
Saldo operationele activiteiten (A) 4.100 3.696 2.499 2.562
Investeringsactiviteiten
Investeringen (incl. inkomsten) -9.300 -4.992 -2.710 -2.878
Saldo investeringsactiviteiten (B) -9.300 -4.992 -2.710 -2.878
Financieringsactiviteiten
Aflossing lening -5.580 -6.080 -6.380 -5.430
Opgenomen lening 10.000 10.000 0 0
Overige mutaties 104 104 104 51
Saldo financieringsactiviteiten (C) 4.524 4.024 -6.276 -5.379
Saldo kasstroom 31-12 -8.412 -5.684 -12.171 -17.866