Paragraaf lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Inleiding

Deze paragraaf gaat over de gemeentelijke belastingen. Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds vormen de belastingen onze belangrijkste inkomstenbronnen. 

We onderscheiden drie typen gemeentelijke belastingen. De onderstaande drie belastingtypen lichten we later in deze paragraaf verder toe:

  • Algemene belastingen
  • Bestemmingsheffingen
  • Retributies

De opbrengsten van de algemene belastingen tellen we op bij de algemene middelen. Dit betekent dat we de opbrengsten van deze belastingen niet labelen. We kunnen ze daardoor voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen inzetten. Voorbeelden van deze algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelastingen (OZB), precariobelasting, reclamebelasting, forensenbelasting en toeristenbelasting. 

De opbrengsten van bestemmingsheffingen worden ingezet voor specifieke voorzieningen. Deze specifieke voorzieningen hebben wel een duidelijk algemeen belang. Onder deze categorie vallen de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

We heffen retributies als de gemeente een specifieke dienst verleent; de leges, begraafrechten en marktgelden zijn de belangrijkste retributies binnen de gemeente Winterswijk.

We mogen geen winst maken op bestemmingsheffingen en retributies. De begrote opbrengst mag dus niet hoger zijn dan de begrote kosten om de diensten te verlenen.

Beleid

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Beleid

We hanteren de volgende uitgangspunten:

  • De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) is in 2026 gelijk aan die van 2025 (exclusief inflatie en areaaluitbreiding).
  • Het inflatiepercentage van 2,6% is gebaseerd op de loon- en prijsindices van het Centraal Planbureau (CPB). Dit staat in tabel 4.2.2 van de meicirculaire van het Gemeentefonds 2025.
  • De rioolheffing is 100% kostendekkend op basis van het Gemeentelijk Waterplan (GWP). We zijn aan het zoeken naar mogelijkheden om de kosten zodanig te beheersen dat de kaders van het GWP overeind blijven. Momenteel wordt er een deel uit de algemene reserve gebruikt om de kosten niet harder te laten stijgen dan de inflatie.
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • Bij de leges streven we naar 100% kostendekking.

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Belastingdruk

De belastingdruk geeft aan welke belastingen onze inwoners direct in hun portemonnee voelen. Om deze belastingdruk te berekenen, tellen we de OZB, de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing bij elkaar op. 

In de tabel Belastingdruk 2026 rekenen we met een gemiddelde WOZ-waarde van € 338.000 voor een woning. De verwachte waardestijging is 10% voor woningen. Verderop in deze paragraaf lichten we de vermelde bedragen verder toe.

De belastingdruk voor de inwoner ziet er als volgt uit:

Gezin (eigen woning) 2024 2025 2026
WOZ-waarde € 297.000 WOZ-waarde € 307.000 WOZ-waarde € 338.000*
Belastingen:
Onroerende-zaakbelasting 293,00 303,00 314,00
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 187,00 205,00 212,00
- variabel deel (14 aanbiedingen) 21,00 21,00 21,70
Rioolheffing (127m³) 384,75 389,89 400,05
Totaal 885,75 918,89 947,75 3,14%
Gezin (huurwoning) 2024 2025 2026
Belastingen:
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 187,00 205,00 212,00
- variabel deel (14 aanbiedingen) 21,00 21,00 21,70
Rioolheffing (127m³) 384,75 389,89 400,05
TOTAAL 592,75 615,89 633,75 2,90%
* 10% waardestijging

De stijging is het gevolg van een hogere OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

Het college heeft als uitgangspunt dat de OZB-opbrengst gelijk blijft, met uitzondering van de areaaluitbreiding en de inflatie. Dit betekent dat ongeacht de waardestijging (of -daling) de verschuldigde OZB niet verandert. Voor 2025 verwachten we een waardestijging voor woningen van gemiddeld 10%, wat hoger is dan de inflatie. Rekening houdend met het inflatiepercentage, dat voor 2026 is vastgesteld op 2,6%, daalt het tarief. 

Daarnaast stijgt het tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit komt doordat de kosten van ROVA stijgen. Om 100% kostendekkend te blijven, verhogen we het tarief voor het vastrecht met € 7 (€ 212,00) en het tarief voor de aanbiedingen met € 0,05 (€ 1,55). Dit is in beide gevallen een stijging van 3,4%. 

Tot slot gaan we ook de tarieven voor de riool- en waterzorgheffing verhogen. De tarieven stijgen met € 0,08 per m³ ingenomen water. Dat is een stijging van 2,6%.  De verwachting is dat het verbruik stabiel blijft.

De belastingdruk voor de inwoner die in een eigen woning woont met een gemiddelde WOZ-waarde, stijgt met € 28,86. Rekening houdend met de inflatie (2,6%), stijgt de belastingdruk in reële zin met 0,54%. Voor de inwoner in een huurwoning stijgt de belastingdruk met € 17,86. Rekening houdend met de inflatie stijgt de belastingdruk in reële zin met 0,3%.

Door afval goed te scheiden, kunnen inwoners zelf invloed uitoefenen op een deel van de verschuldigde afvalstoffenheffing. Immers, hoe minder restafval wordt aangeboden, hoe lager het variabele deel. Door verstandig met het waterverbruik om te gaan, is het ook mogelijk om minder riool- en waterzorgheffing te betalen. Dit komt doordat we de riool- en waterzorgheffing per m³ ingenomen water afrekenen.

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Opbrengst heffingen
Belastingsoort Begroting 2024 Begroting 2025 Begroting 2026
OZB eigenaren woningen 3.907.000 4.188.000 4.332.000
OZB eigenaren niet-woning 1.816.000 1.873.000 1.928.000
OZB gebruikers niet-woning 1.244.000 1.283.000 1.320.000
OZB Totaal 6.967.000 7.344.000 7.580.000
Reclamebelasting 105.000 105.000 125.000
Toeristenbelasting 1.054.000 1.054.000 1.100.000
Forensenbelasting 90.000 90.000 110.000
Precariobelasting 50.000 50.000 65.000
Afvalstoffenheffing 2.910.000 3.160.000 3.215.000
Rioolheffing 4.174.000 4.355.000 4.470.000
Grafrechten 242.000 239.000 238.000
Marktgelden 104.000 130.000 133.000
Leges omgevingsvergunningen 874.428 1.340.000 1.948.880
Leges 581.000 572.000 769.000
Totaal 17.151.428 18.439.000 19.753.880

Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Onroerendezaakbelastingen

De woningmarkt is tussen 2024 en 2025 weer fors in beweging. De verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde met zo’n 10% stijgt. Voor niet-woningen is de verwachting dat de waarden met 2% stijgen. Deze aannames zijn op basis van de inschatting van de Waarderingskamer. De exacte invloed is op dit moment nog niet bekend, omdat de herwaardering voor belastingjaar 2026 nog in volle gang is. Eind 2025 wordt de herwaardering afgerond en is duidelijk wat de nieuwe WOZ-waarden voor 2026 zijn. 

Het college heeft als uitgangspunt dat de opbrengst van de OZB wordt gefixeerd. Wel wordt er nog rekening gehouden met areaaluitbreidingen en de inflatiecorrectie (2,6% voor 2026). Door het fixeren van de opbrengst wordt het tarief dus gewijzigd. Hierbij geldt dat bij een daling van de WOZ-waarden het tarief stijgt, en bij een stijging van de WOZ-waarden wordt het tarief lager. Dit komt doordat we bij het berekenen van de OZB de WOZ-waarde vermenigvuldigen met het tarief. 

De OZB-tarieven voor 2026 zijn, onder voorbehoud van de vaststelling van de belastingverordeningen eind 2025, als volgt: 

Tarieven Onroerende-zaakbelasting (OZB) 2024 2025 2026
Eigendom woning 0,0987% 0,0987% 0,0929%
Eigendom niet-woning 0,2672% 0,2723% 0,2746%
Gebruik niet-woning 0,2114% 0,2154% 0,2173%

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Forensenbelasting

Voor het tarief van de forensenbelasting zoeken we aansluiting bij de toeristenbelasting. Het forfaitaire tarief voor een vakantiewoning in de toeristenbelasting is ook van toepassing op de gemeubileerde woning bij de forensenbelasting. Aangezien het tarief voor de toeristenbelasting niet wijzigt, blijft dit tarief gelijk op € 370.

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Precariobelasting

We heffen precariobelasting voor het gebruik van gemeentegrond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de terrassen bij cafés en restaurants en aan uitstallingen. Deze worden voor 2026 geïndexeerd.

Er is geconstateerd dat de tarieven voor het organiseren van commerciële evenementen te hoog zijn. We adviseren dan ook om deze aan te passen.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

Inwoners betalen alleen voor het aanbieden van hun restafval. Herbruikbare afvalstoffen halen we tegen nultarief op. De afvalstoffenheffing bestaat daarom uit een vastrecht en een tarief per restafvalaanbieding. 

Wij berekenen de kosten voor de afvalinzameling van ROVA door in onze tarieven. Omdat deze kosten gestegen zijn, stijgen ook de tarieven. Om 100% kostendekkend te blijven, hebben we de kostenstijging verwerkt in zowel het vastrecht, als in de aanbiedingen. Zo betaalt iedereen mee aan de toegenomen lasten. 

De tariefontwikkeling ziet er als volgt uit: 

 

Tarieven afvalstoffenheffing 2024 2025 2026
Afvalstoffenheffing
Vastrecht 187,00 205,00 212,00
Variabel:
Ondergrondse verzamelcontainer 1,50 1,50 1,55
140 liter restafvalcontainer 6,00 6,00 6,20
240 liter restafvalcontainer 9,00 9,00 9,30

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Rioolheffing

Het Gemeentelijk Waterbeheersingsplan (GWP) vormt de basis voor de tarieven. Hierin is opgenomen welke kosten we hebben gemaakt en welke we de komende jaren gaan maken. Door de uitbreiding van de watertaken van de gemeente, kunnen we meer kosten onder de riool- en waterzorgheffing scharen. In het GWP is hier een verdere invulling aan gegeven. 

Binnen de gemeente Winterswijk volgen we het waterspoor voor de riool- en waterzorgheffing. Dit betekent dat we de inwoner belasten voor het daadwerkelijke waterverbruik. De aanslagoplegging verloopt via het waterbedrijf Vitens. De gemeente 'lift’ mee met de aanslagoplegging door Vitens. Aan de hand van het door Vitens berekende waterverbruik, legt Vitens namens de gemeente de aanslag voor de riool- en waterzorgheffing op. Bij het bepalen van de tarieven gaan we uit van een gemiddeld waterverbruik over de afgelopen drie jaar. Vitens levert in november het waterverbruik over de afgelopen periode aan. Met dit waterverbruik houden we rekening bij het berekenen van de tarieven voor 2026. 

Tarieven Riool- en waterzorgheffing 2024 2025 2026
per m³
0-500 m³ 2,85 3,07 3,15
501 - 5.000 m³ 2,80 3,03 3,10
5.001 - 20.000 m³ 2,76 2,95 3,06
20.001m³ en meer 0,00 0,00 0,00

Grafrechten

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Grafrechten

De kosten voor de begraafplaats zijn al jaren hoger dan de opbrengsten. Dit komt voornamelijk doordat we voor de oudere graven geen inkomsten meer ontvangen, maar we deze wel moeten onderhouden. De mogelijkheden op de begraafplaats zijn uitgebreid met natuurbegraven en islamitisch begraven. Daarnaast is de kinderbegraafplaats opgeknapt. 

Marktgelden

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Marktgelden

De marktgelden leggen we op aan de marktkooplui die op de woensdag en zaterdag een kraam hebben op de markt. Deze worden voor 2026 geïndexeerd, zoals is afgesproken met de sector.

 

Tarieven marktgeld 2024 2025 2026
per m³:
Zaterdag 0,98 1,18 1,21
Zaterdag vette waren 1,33 1,60 1,64
Woensdag 0,62 0,74 0,76
Woensdag vette waren 0,83 1,00 1,03

Leges algemene dienstverlening

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Leges algemene dienstverlening

Op 1 januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Dit betekent voor de gemeente dat de werkzaamheden voor de beoordeling van een vergunningsaanvraag zijn veranderd. Dit heeft ook gevolgen voor de in rekening te brengen leges. We blijven leges heffen voor het uitvoeren van de ruimtelijke toets. Daarnaast kunnen we leges gaan heffen voor de aanvraag van milieuvergunningen. De vaste tarieven worden wel geïndexeerd, maar de percentages die een relatie hebben met de bouwsom blijven gelijk. Dit omdat de aanname is dat de bouwsom al geïndexeerd is. Ook is ingeschat dat er meer wordt gebouwd tegen een hogere bouwsom. 

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Reclamebelasting

Het hoofddoel van de reclamebelasting is de bevordering en versterking van het centrale gebied van Winterswijk. Om dit te bereiken is de stichting Ondernemers Fonds Centrum Winterswijk (OFCW) in het leven geroepen. De gemeente int reclamebelasting, met als doel zoveel mogelijk ondernemers in het centrum te betrekken.

Nadat we onze eigen kosten hebben afgetrokken, storten we de opbrengst op de rekening van de stichting. Er is een convenant gesloten tussen de stichting en de gemeente, waarin duidelijke afspraken zijn vastgelegd over de besteding van het geld. Dit waarborgt dat de middelen daadwerkelijk worden ingezet ten behoeve van het centrumgebied.

In 2025 is vanuit het OFCW het verzoek gekomen om de heffingsgrondslag en het tarief te wijzigen. Dit is doorgevoerd, en voor 2026 wordt de tweede verhoging doorgevoerd. De eventuele meeropbrengsten worden dan ook aan het OFCW afgedragen.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kwijtschelding

Burgers die op het sociaal minimum leven, kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing.

Voor burgers die het afgelopen jaar kwijtschelding hebben gehad, laten we bij het inlichtingenbureau controleren of zij nog voldoen aan de voorwaarden. Als dit zo is, wordt automatisch kwijtschelding verleend. Burgers hoeven hiervoor dan geen verzoek tot kwijtschelding meer in te dienen. 

Het gaat hierbij alleen om het vastrecht van de afvalstoffenheffing. Zo stimuleren we ook burgers die in aanmerking komen voor kwijtschelding om het afval zoveel mogelijk te scheiden. 

Bij de riool- en waterzorgheffing schelden we een waterverbruik kwijt van maximaal 45 m³ per persoon per huishouden. We informeren Vitens ook als er kwijtschelding is verleend.

Kostenonderbouwing

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kostenonderbouwing

In de paragraaf lokale heffingen is een overzicht opgenomen van de baten en lasten voor die heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten.

In deze paragraaf is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en leges kostendekkend zijn. Voor deze belastingsoorten geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Onder maximaal kostendekkend verstaan we dat de geraamde baten de geraamde kosten niet mogen overschrijden. Verder houden we rekening met de overhead. Dit zijn ‘de kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces'.

Hieronder geven we achtereenvolgens een overzicht van de kostenonderbouwing voor de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en leges.

Kostenonderbouwing leges

Terug naar navigatie - Paragraaf lokale heffingen - Kostenonderbouwing leges

Voor de kostendekkendheid van de leges geldt dat de opbrengst van alle leges samen maximaal 100% mag zijn van de begrote kosten. Dit kan betekenen dat er op onderdelen een overdekking is en op andere onderdelen een onderdekking. Uit de tabel blijkt dat er voor geen van de leges sprake is van overdekking. Hiermee voldoen we aan de wettelijke eis dat de totaal begrote opbrengsten de begrote kosten niet mogen overschrijden.

De genoemde titels en hoofdstukken zijn terug te vinden in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening. Hierin staan de diverse productgroepen opgenomen, met de daarbij behorende tarieven. Opgenomen zijn alleen die hoofdstukken waar activiteiten in plaatsvinden. 

Kostendekkendheid leges
Lasten Overhead Totaal lasten Baten Dekking in %
Titel 1 Algemene dienstverlening
H 1 Burgerlijke stand 24.035 18.051 42.086 25.000 59%
H 2 Reisdocumenten/ID-kaart 434.795 161.901 596.696 506.659 85%
H 3 Rijbewijzen 114.127 73.444 187.571 160.572 86%
H 4 Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen 19.174 20.147 39.321 24.000 61%
H 5 Bestuursstukken 0 0 0 0 0%
H 6 Vastgoedinformatie 0 0 0 0 0%
H 7 Overige publiekszaken 17.610 4.316 21.926 15.000 68%
H 8 Gemeentearchief 0 0 0 0 0%
H 9 Bijzondere wetten 20.000 8.992 28.992 25.500 88%
H 10 Diversen 2.691 1.773 4.464 1.500 34%
Subtotaal 632.432 288.624 921.056 758.231 82%
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving
H 1 Algemene bepalingen 0 0 0 0 0%
H 2 Voorfase 0 0 0 0 0%
H 3 Activiteiten met betrekking tot bouwwerken 1.265.838 798.253 2.064.091 1.937.380 94%
H 4 Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 0 0 0 0 0%
H 5 Milieubelastende activiteiten 0 0 0 0 0%
H 6 Lozingsactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 7 Aanlegactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 8 Overige activiteiten 0 0 0 0 0%
H 9 Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten 0 0 0 0 0%
H 10 Gelijkwaardigheid 0 0 0 0 0%
H 11 Overige tarieven 0 0 0 0 0%
H 12 Modaliteiten 6.239 5.718 11.957 11.500 96%
H 13 Vermindering 0 0 0 0 0%
H 14 Teruggaaf 0 0 0 0 0%
Subtotaal 1.272.077 803.971 2.076.048 1.948.880 94%
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn
H 1 Horeca 1.953 1.287 3.240 1.001 31%
H 2 Seksbedrijven 0 0 0 0 0%
H 3 Winkeltijdenwet 0 0 0 0 0%
H 4 Organiseren evenementen 35.393 23.311 58.704 5.000 9%
H 5 APV-vergunningen 0 0 0 0 0%
H 6 Gereserveerd 0 0 0 0 0%
H 7 In dit hoofdstuk niet benoemd besluit 10.679 7.033 17.712 4.000 23%
Subtotaal 48.025 31.631 79.656 10.001 13%
Totaal 1.952.534 1.124.226 3.076.760 2.717.112 88%