Paragraaf D Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de ‘treasury-activiteiten’ moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en de handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. 

In het ‘treasury-statuut’ zijn de beleidskaders voor Winterswijk opgenomen. Zo is vastgelegd dat de ‘treasury-functie’ uitsluitend de publieke taak dient en het beheer verstandig is. De provincie houdt toezicht op de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Dit doet de provincie op basis van gegevens die wij verstrekken op grond van de Wet Fido.                                                                

De treasury-functie van de gemeente heeft tot doel:

  1. het financieren van de gemeentelijke uitgaven op basis van totaalfinanciering;
  2. het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele condities;
  3. het beschermen van gemeentelijke vermogens- en (rente-)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s zoals rente-,  koers-,  krediet- en liquiditeitsrisico’s; 
  4. het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities; 
  5. het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van de Wet fido respectievelijk.

Hierbij is een aantal onderwerpen van belang:

  1. kasbeheer: maximaal aan te trekken daggelden;
  2. risicobeheer: renterisiconorm minimalisatie van het renterisico;
  3. gemeentefinanciering: de relatie tussen kort- en langlopende leningen en de korte- en langetermijnbehoefte aan geld;
  4. rentevisie.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Kasbeheer

Een kasgeldlening is een kortlopende geldlening met een looptijd variërend van een dag tot een jaar. 

Het opnemen van kasgelden is op dit moment voordeliger dan een debetsaldo bij de bank. Ook zijn de rentelasten van kasgeld lager dan die van langlopende leningen. 

Gemeenten mogen echter niet onbeperkt financieren met kortlopende leningen. De kasgeldlimiet is een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2022 betekende dit dat de gemeente gemiddeld per kwartaal maximaal € 8,5 miljoen aan kortlopende gelden kon opnemen. Dit is een totaalbedrag voor alle rekening-courantsaldi bij de banken samen, inclusief de opgenomen kortlopende geldleningen.  In 2022 is de kasgeldlimiet niet overschreden.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Onder financiële risico’s verstaan we zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en koersrisico’s. De Wet Fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. 

We kennen zogenoemde vlottende en vaste schulden. Vlottende schulden zijn de schulden die wij op korte termijn moeten aflossen. Ieder jaar verantwoorden we deze bij de jaarrekening in de balans. Een lening met een looptijd van meer dan een jaar is voor de gemeente een langlopende geldlening.

We hebben de mogelijkheid om dag-, week-, en maandgeldleningen af te sluiten. Daarmee kunnen we onze liquiditeitspositie op korte termijn in stand houden. Er is dan ook geen risico dat we onze schulden op korte termijn niet kunnen betalen. Mede op basis van adviezen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) bepalen we of we overschotten voor een bepaalde periode wegzetten of dat we tekorten voor de langere termijn financieren. Op deze wijze geven we invulling aan het saldo- en liquiditeitsbeheer.

Het aantrekken van daggelden vindt plaats binnen de hiervoor in de Wet Fido gestelde normen. Daarnaast toetsen we ieder kwartaal door een periodieke controle of we aan de kasgeldlimiet voldoen.

Winterswijk maakt geen gebruik van derivaten. Dit zijn beleggingsproducten, zoals opties, die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed. Derivaten geven de koper het recht om iets voor een bepaalde koers te kopen of te verkopen.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Over de bestaande langlopende geldleningen loopt de gemeente geen renterisico. 
Onderstaand verloop van de langlopende leningen toont dat de omvang van de leningenportefeuille in 2022 is toegenomen van € 64,2 miljoen naar € 71,2 miljoen. De gemeente heeft in 2022 € 5 miljoen afgelost. In januari 2022 is een nieuwe langlopende lening afgesloten van € 12 miljoen tegen 0,625% rente.  Het gemiddelde rentepercentage van alle langlopende leningen bedroeg 2,44%.

omschrijving begindatum eindjaar rente Restant hoofdsom Aflossing Rente:
lening lening % 31-12-2022 2022 2022
Waterschapsbank 2002 2002 2027 2,45 1.000.000 200.000 28.583
BNG 2003 2003 2028 4,309 2.400.000 400.000 112.034
Waterschapsbank 2004 2004 2029 4,548 2.800.000 400.000 130.376
BNG 2004 2005 2030 4,405 6.400.000 800.000 281.920
BNG 2007 2007 2032 4,26 4.800.000 480.000 216.408
BNG 2007 2008 2028 4,738 3.300.000 550.000 165.040
BNG 2008 2018 2023 0,22 1.340.782 1.340.782 5.776
BNG 2011 2011 2031 3,65 7.200.000 800.000 292.000
Groningen 2013 fix 10 jaar 2013 2023 2,45 5.000.000 - 122.500
Provincie Noord Brabant 2018 2048 1,7 10.000.000 170.000
BNG 2020 2030 0,11 5.000.000 5.500
BNG 2020 2035 0,325 5.000.000 16.250
BNG 2020 2040 0,425 5.000.000 21.250
BNG 2022 2042 12.000.000 75.000
Totaal leningen 71.240.782 4.970.782 1.642.637

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Op 15 december 2013 is door het Rijk het schatkistbankieren ingevoerd. Dit is een wettelijke overeenkomst die bepaalt dat ‘overtollige gelden’ alleen nog mogen worden uitgezet op rekening-courant bij de Staat der Nederlanden of onderling bij andere decentrale overheden (behalve bij de eigen provincie).

Schatkistbankieren draagt bij aan de volgende doelstellingen:

  • doelmatiger kasbeheer voor deelnemers;                       
  • minimalisatie van het risico voor de onderdelen van de collectieve sector die overtollige middelen hebben; 
  • reductie van de EMU-schuld omdat door schatkistbankieren de externe financieringsbehoefte van de collectieve  sector daalt.

Het schatkistbankieren kent geen leningfaciliteiten. Ook het ‘rood’ of debet staan op een schatkistrekening is niet toegestaan. Het Rijk geeft hiervoor een rentevergoeding op basis van Eonia. Deze afkorting staat voor Euro OverNight Index Average. Eonia is het ééndaagse interbancaire rentetarief voor het eurogebied.

SCHATKISTBANKIEREN 2022
Bedragen x € 1.000 Verslagjaar
2022
-1 Drempelbedrag kwartaal 1 t/m 4 1.966
-1 Berekening drempelbedrag
Verslagjaar
(4a) begrotingstotaal verslagjaar 98.291
Drempelbedrag met een minimum van 1.000.00
Kwartaal 1 t/m 4 (98.046 x 2,00%+ rekening courant van derden) 1.966
kwartaal 1 kwartaal 2 kwartaal 3 kwartaal 4
-2 Kwartaalcijfer op dag basis buiten 's rijks schatkist aangehouden middelen 304 299 442 409
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 1662 1667 1524 1557
(3b) = (1) > (2) Overschrijding van het drempelbedrag - - - -
-2 Brekening kwartaalcijfer op basis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen
(5a) Som van de per buiten 's rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedrag tellen als nihil) 0 0 0 0
(5b) Dagen per kwartaal 90 91 92 92
(2) = (5a)/(5b) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 0 0 0 0

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

De hoogte van de rente is in belangrijke mate afhankelijk van de economische ontwikkeling, inflatie en de rentepercentages voor langlopende gelden.  De rente is in 2022 voor de kortlopende en langlopende leningen aanzienlijk gestegen.

Het renteschema geeft inzicht in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het saldo van € 1.095.788 geeft aan dat het rentepercentage (omslagrente) dat is toegerekend aan de kapitaallasten, hoger is dan de gemiddelde rentelasten over de korte en lange financiering. Dit komt met name doordat we zoveel mogelijk met kortlopende leningen financieren. Daardoor vallen de langlopende leningen en dus de rentelasten lager uit. 

In onderstaand overzicht is het renteschema over 2022 opgenomen:

Omslagrente Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 1.682.909
b. De externe rentebaten -50.425
1.632.484
c. De rente die aan grondexploitatie moet worden toegerekend -84.522
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend (voorbeeld: riolering) 0
-84.522
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 1.547.962
d1 Rente over eigen vermogen 0
d2 Rente over voorzieningen 0
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente 1.547.962
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2.643.750
f. Renteresultaat op het taakveld Treasury 1.095.788

Kasstroom

Terug naar navigatie - Kasstroom

In onderstaand overzicht staat de kasstroom over het jaar 2022 en 2021. Het saldo per 31 december 2022 van € 5.754.000 (N) is als volgt opgebouwd.

Liquide middelen                       €     5.447 V
Kortlopende vorderingen    €  14.690 V
Overlopende Activa                €   6.945   V
Kortlopende schulden           € 22.600   N
Overlopende Passiva              €   9.788   N

Saldo                                                  €  5. 754  N

We sloten zo weinig mogelijk nieuwe langlopende leningen af. Financiële tekorten dekten we in de eerste instantie vooral door kortlopende leningen af. In de kortlopende schulden zit een kortlopende lening van € 17.500.000.

Kasstroom (*1.000) 2021 2022 2022
jaarrekening begroting jaarrekening
Saldo per 1 januari 1.886 -10.152 -10.152
Operationele activiteiten
Saldo van baten en lasten (voor mutatie reserves) -872 -373 1.194
Afschrijvingen 5.460 5.163 5.355
Voorzieningen 839 1.413 -795
Saldo operationele activiteiten (A) 5.427 6.203 5.754
Investeringsactiviteiten
Investeringen (incl. inkomsten) -4.848 -9.886 -8.243
Saldo investeringsactiviteiten(B) -4.848 -9.886 -8.243
Financieringsactiviteiten
Verstrekte leningen/ontvangen aflossingen -1.647 366 -142
Aflossing lening -10.970 -4.971 -4.971
Opgenomen lening 0 12.000 12.000
Saldo financieringsactiviteiten (C) -12.617 7.395 6.887
Saldo per 31 december -10.152 -6.440 -5.754

Renterisiconorm

Terug naar navigatie - Renterisiconorm

De renterisiconorm stelt een grens aan de financiering op lange termijn. Het doel van de renterisiconorm is om tot een zodanige opbouw van de leningenportefeuille te komen dat het renterisico uit hoofde van renteaanpassing en herfinanciering van leningen beperkt wordt. Indien een leningenportefeuille gelijkmatig is opgebouwd, zal ook het renterisico over de vaste schuld in de tijd gelijkmatig zijn gespreid.

In onderstaand overzicht staat de berekening vermeld van het renterisico op de vaste schuld, de berekening van de renterisiconorm en de toetsing van het renterisico aan de renterisiconorm.

Renterisiconorm 2022 (x € 1.000)
Berekening renterisiconorm en risico:
1a Renteherziening vaste schuld o/g 0
1b Renteherziening vaste schuld u/g 0
2 Netto rente herziening (1a-1b) 0
3 Betaalde aflossingen 4.970
4 Renterisico op vaste schuld (2 + 3) 4.970
Rentenorm:
5 Begrotings- en rekentotaal 98.291
6 Bij ministerie regeling vastgesteld % 20%
7 Renterisiconorm 19.658
Toets rente risiconorm:
7 Renterisiconorm 19.658
4 Renterisico op vaste schuld (aflossing en renteherzieningen) 4.970
8 Ruimte (+) / Overschrijding (-) (7-4) 10.985

Kasgeldlimiet

Terug naar navigatie - Kasgeldlimiet

We proberen het kasgeldlimiet optimaal te benutten vanuit de gedachte dat rente van kortlopend geld, zoals bijvoorbeeld kasgeld, vrijwel altijd lager is dan de rente van langlopende leningen. In een jaar mag het kasgeldlimiet maximaal twee kwartalen worden overschreden. In 2022 is het kasgeldlimiet niet overschreden.

In onderstaand overzicht ziet u het verloop van het kasgeldlimiet per kwartaal:

Kasgeldlimiet 2022
Kasgeldlimiet (Bedragen * € 1.000) 1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Omvang begroting 98.291 98.291 98.291 98.291
1 Toegestane kasgeldlimiet
in procenten van de grondslag 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
in bedragen 8.355 8.355 8.355 8.355
2 Omvang vlottende schuld
Opgenomen gelden < 1 jaar 12.500 9.666 7.000 10.666
Overige geldleningen (geen vaste schuld)
Totaal 12.500 9.666 7.000 10.666
3 Vlottende middelen
Contante gelden in kas
Tegoeden in rekening-courant 8.248 9.866 9.693 11.068
Overige uitgaande gelden < 1 jaar
Totaal 8.248 9.866 9.693 11.068
Toets kasgeldlimiet
Toegestane kasgeldlimiet 8.355 8.355 8.355 8.355
4 Totaal netto vlottende schuld (2-3) 4.252 -200 -2.693 -402
Ruimte (+) / Overschrijding (-); 1-4 4.103 8.555 11.048 8.757