In het vervolg van dit hoofdstuk leest u onze strategie voor de komende jaren waarmee we recht doen aan ons financiële beleid, aandacht hebben voor de geschetste risico’s en het advies van de VNG toepassen. Dat ziet er samengevat als volgt uit:
1. We presenteren voor 2024 en 2025 een sluitende begroting. Daarvoor is een pakket aan maatregelen nodig die op korte termijn zijn door te voeren.
2. We maken een pas op de plaats waar het de grote projecten aangaat en gaan nu geen onomkeerbare financiële verplichtingen aan.
3. Als het gaat om de jaren 2026 en verder nemen we ook geen onomkeerbare beslissingen waar het bezuinigingen of algemene lastenverhogingen betreft.
4. We zetten ons de komende maanden in om de risico’s die we hiervoor schetsten te beheersen.
Dit leidt ertoe dat onze begroting voor de jaren 2026 en 2027 tekorten laat zien.
We denken overigens dat alleen het presenteren van tekorten in de begroting niet voldoende is om het Rijk tot actie te bewegen. Daarom stellen we alles in het werk voor het verkrijgen van de noodzakelijke rijksbijdragen. Dit doen we samen met VNG, regio, provincie en maatschappelijke partners. We mobiliseren het netwerk van bestuurders, ambtenaren, raadsleden en wie zich verder in wil zetten voor gemeente Winterswijk om één signaal af te geven: de bezuinigingen veroorzaken onherstelbare schade. De meerjarenbegroting die dit jaar wordt ingediend ondersteunt dit beeld en laat een tekort zien vanaf 2026 en verder.
Maatregelenpakket voor een sluitende begroting 2024-2025
In deze begroting is een pakket met diverse bezuinigingsmaatregelen verwerkt om te komen tot een sluitende begroting 2024 en 2025.
Afwegingen die we gemaakt hebben bij het samenstellen van de maatregelen:
• Wettelijke taken moet overeind blijven, maar kunnen we afschalen in ambitieniveau?
• Ons bestaande voorzieningenniveau willen we in stand houden.
• Een minimale sociale basis moet gehandhaafd blijven.
• Plannen en ambities die we hadden maar nog niet gestart zijn, starten we vooralsnog niet.
• We koesteren onze vliegwielen: Woningbouw in onze gemeente en onze jeugd. Voor toekomstbestendigheid van onze gemeente zijn deze noodzakelijk.
• Algemene lastenverhoging (OZB) alleen als dat onvermijdelijk is en bedoeld voor investeringen in het op peil houden van ons voorzieningenniveau.
De maatregelen variëren van een standaard indicatie voor hulp bij huishouden en stoppen met opgavegericht werken tot het verlagen van kredieten voor wegen en het bermbeheer naar een lager niveau brengen. In het vervolg van dit hoofdstuk staat een totaaloverzicht en bij ieder beleidsveld benoemen we de effecten.
Programmering van projecten
We stellen de gewenste investeringen in de grote projecten uit, waar redelijkerwijs mogelijk, voor zover er bij uitstel geen sprake is van wettelijke verplichting, risico op extreme meerkosten of onveilige situaties. Investeringen leiden tot langjarige verplichtingen op kapitaallasten, die eenmaal aangegaan, niet meer stuurbaar zijn. Voor zover niet op korte termijn noodzakelijk, vermijden we ongedekte langjarige verplichtingen.
Het gaat om de volgende projecten:
• Integraal Huisvestingsplan Basisonderwijs (IHP)
• Theater De Storm
• Zwembad Jaspers
• Cultuurkwartier / WoooW en huisvesting cultuurpartners
De basisregel is: projecten krijgen geen geld in de jaren 2026 en 2027, zolang geen sprake is van een structureel sluitende begroting. Van die basisregel wijken we alleen af als er gegronde redenen zijn. Redenen zijn:
- Er is in 2023, 2024 of 2025 geld voor gereserveerd. Dat zijn niet de tekortjaren. Die bedragen kunnen voor de betreffende (onderdelen van) projecten beschikbaar blijven. Concreet gaat het om:
a. Terra Temporalis: er is voor 2023 eenmalig ruim € 1 miljoen begroot voor het projectonderdeel bezoekerscentrum. De rest van de investering wordt door anderen dan gemeente Winterswijk betaald. De exploitatie van het centrum ligt geheel buiten risico van de gemeente. Daar dragen wij dus niet aan bij.
b. Cultuurkwartier / WoooW en huisvesting cultuurpartners: het tekort op de grondexploitatie (begroot op eenmalig €3 miljoen moet wettelijk gezien worden geboekt in het jaar dat het omgevingsplan vastgesteld wordt. Tot nu toe richten we ons op 2025, en dat is dus ook het jaar waarvoor het geld in de begroting staat.
- Geen enkel project is per se niet uitstelbaar, op één na omdat we daar nu beter kunnen kiezen voor doorgaan dan voor stopzetten:
Huisvesting basisonderwijs (IHP): voor de school Woold kunnen we de huidige situatie niet langer voortzetten. Daar stellen we voor de tijdelijke huisvesting te vervangen.
We temporiseren de uitvoering van fase 1 van het IHP. De ontwikkelingen bij school ‘Woold’ zetten we wel voort maar moeten passen binnen de in voorliggende begroting geraamde middelen. De overige scholen kunnen in extreme situaties een beroep doen op een te vormen bestemmingsreserve maatschappelijk vastgoed voor noodmaatregelen. Voor de andere fases van het project is er nu geen perspectief op geld. Daarnaast stellen we geen extra geld beschikbaar voor de realisatie van gymvoorzieningen.
- Projectonderdelen die strategisch nu verstandiger zijn dan ooit voeren we uit. Concreet gaat het om:
a. Winkels en woningen aan het Weurden. Dit is onderdeel van een project, maar de ontwikkeling kan zelfstandig verder en levert geld op.
b. Centrumparkeren Dingstraat: de planvorming door de eigenaren is een eenmalige kans om het centrumparkeren daar te realiseren. Daar moeten we geld bijpassen, maar dat is beschikbaar uit de opbrengsten van de verkoop Weurden (winkels plus woningen) en de reservering voor het tekort op de grondexploitatie die in de begroting van 2025 is opgenomen.
Voor het meest noodzakelijke en acute onderhoud van de basisscholen, theater De Storm, zwembad Jaspers en het pand Boogie Woogie stellen we voor om vanaf 2024 een bestemmingsreserve maatschappelijk vastgoed te creëren van € 2 miljoen. Zo houden we de voorzieningen de komende jaren in stand. We brengen in dat kader van al het vastgoed waaraan wij financieel bijdragen en / of eigenaar van zijn in beeld welk onderhoud de komende jaren noodzakelijk is.
Programma ruimtelijke projecten
We constateren dat alle investeringsprojecten in het fysieke domein tezamen optellen tot meer dan een volledige jaarbegroting uitgaande van de maximale varianten. Ook met de optelsom van optimale varianten zoals die tot nu toe in afzonderlijke projectafwegingen werden gemaakt, gaat het om heel veel geld.
Al deze investeringen in drie tot vier jaar doen is in ieder geval onmogelijk. Ook bij gunstiger begrotingsomstandigheden. Uitsmeren, en dus een deel vertragen is onontkoombaar. Maar nu komt daar bij dat we vanaf 2026 met de huidige kennis van beschikbare gelden dus geen mogelijkheden hebben om te investeren. Voor deze prioritering en temporisering hebben we nu nog geen advies. Simpelweg omdat er te veel onzekerheden voor de lange termijn (over 2026 en verder, en al helemaal over 2028 en verder) zijn.
Daarom stellen we de komende maanden een integraal en realistisch investeringsprogramma op voor de ruimtelijke projecten. En we ontwikkelen een werkwijze voor de aanpak van ruimtelijke investeringen waarin we strategische argumenten meer dan tot nu toe gebruiken om te bepalen wat we wanneer gaan doen. En omgekeerd gaan we meer rekening houden met de timing van marktpartijen. Dat houdt onder andere in dat we voorzienbare schommelingen in de conjunctuur en de inkomsten uit het gemeentefonds mee laten bepalen wanneer we voorstellen voor investeringen aan de raad voorleggen en wat we dan precies vragen. Tevens beoordelen we of en in hoeverre inzetten van een deel van onze algemene reserve kan helpen.
Investeringen verspreiden we dus over meerdere jaren vanwege hun financiële impact maar ook vanwege beschikbare (ambtelijke) capaciteit.
Zorg voor de toekomst
De kosten in het sociaal domein zijn de afgelopen jaren snel opgelopen. Om ook in de toekomst zorg en ondersteuning van onze inwoners te kunnen blijven leveren, is beheersing van deze kostenstijging noodzakelijk. We gaan daarom een aantal maatregelen treffen die inzetten op het zoveel mogelijk normaliseren van problemen, het vergroten van de zelfredzaamheid van onze inwoners en het versterken van onze opdrachtgevende rol richting onze aanbieders en samenwerkingsverbanden.
De opgave is om te formuleren wat we blijven we doen, kortom: Wat is onze minimale sociale basis die we willen vervullen. Zorgplicht en een dekkend zorglandschap zijn daarbij uitgangspunten naast financiële haalbaarheid. De keuzes die we daarin gaan maken baseren we op een evaluatie van het sociaal domein. Deze evaluatie moet vervolgens leiden tot een nieuwe visie op het sociaal domein. Deze visie gaat richting geven op onderstaande punten:
• De toegang tot zorg;
• Inrichting van welzijnstaken;
• Integrale samenwerking met en binnen voorliggende voorzieningen;
• Kansen om efficiënter te werken;
• Opdrachtgeverschap aan onze gemeenschappelijke regelingen, waaronder Fijnder.
Bij de visie komt een uitvoeringsplan met een financiële vertaling in lagere kosten. Deze kan vervolgens in onze begroting 2025-2028 verwerkt worden.
Masterplan organisatie gemeente Winterswijk 2024-2027
In ons streven om de kwaliteit van onze bedrijfsvoering te verbeteren en middelen effectiever te beheren, stellen we een masterplan op dat gericht is op het transformeren van bedrijfsvoeringsactiviteiten. Dit plan rust op drie pijlers: kostenreductie, efficiëntieverbetering en het waarborgen van ondersteunende financiële informatie en ondersteuning.
- Kostenreductie: Verstandig omgaan met middelen
- Omvang van de formatie bevriezen
De ambtelijke formatie is de afgelopen jaren gegroeid. Hierdoor kon de organisatie zich verder professionaliseren en konden nieuwe taken opgepakt worden. Het is een optie om de formatie te ‘bevriezen’ op het aantal van de begroting 2023. Een vertrekkende medewerker wordt dan niet automatisch vervangen, maar er moet dan bij elke vacature kritisch gekeken worden waar die het hardste nodig is. Deze maatregelen kunnen alleen genomen worden als bestuur en management accepteren dat werk minder grondig, minder goed en/of minder snel gedaan wordt.
- Minder onderzoek en inhuur
In de aanloop tot besluitvorming worden regelmatig onderzoeken gedaan. We zien ook herhaling van onderzoeken. Daarnaast moeten we onderkennen dat we veel capaciteit inhuren om het werk gedaan te krijgen. Dit zorgt voor een flinke kostenpost op de begroting (circa € 4,5 miljoen in 2022). Door strakker op inhuur en op het doen van extern onderzoek te sturen, bijvoorbeeld door een ‘Nee, tenzij’ regel te formuleren kunnen we de drempel om in te huren en om extern onderzoek te doen verhogen.
- Efficiëntieverbetering: Optimalisatie van processen
Door processen te stroomlijnen en te moderniseren kunnen we onze dienstverlening verbeteren en meer kwaliteit leveren. Middelen die we daarbij inzetten zijn digitalisering en automatisering, strategisch inkopen en datagedreven besluitvorming.
- Waarborgen van ondersteunende financiële informatie en ondersteuning
Financiële rapportage: We verbeteren onze rapportageprocessen om heldere en gedetailleerde financiële informatie te verschaffen aan de organisatie. Dat stelt medewerkers en hun management beter in staat om te sturen op resultaat.
Begrotingsdiscipline: Door strikte begrotingsdiscipline kunnen we onze financiën beter beheren en zorgen we ervoor dat we het beschikbare budget inzetten voor de beoogde resultaten.
Borgen van rollen en verantwoordelijkheden: Rolonduidelijkheid en -vermenging leiden tot verlies van slagvaardigheid. We leggen (nog beter) vast wie waarover gaat en houden elkaar daaraan.
In deze begroting 2024-2027 is een taakstellende bezuiniging ingeboekt die ingevuld moet worden door het masterplan. De personeels- en bedrijfsvoeringsbudgetten zijn verlaagd met € 300.000 in 2024 oplopend naar € 1.000.000 in 2027.
Het succes van dit masterplan vereist samenwerking op alle niveaus binnen de gemeente. Het betrekken van medewerkers en bestuurders is essentieel om de doelstellingen te bereiken en een cultuur van efficiëntie en transparantie te bevorderen.