De financiële positie van de gemeente Winterswijk in meerjarenperspectief

De financiële positie van de gemeente Winterswijk in meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - De financiële positie van de gemeente Winterswijk in meerjarenperspectief

Samenvatting
In dit hoofdstuk brengen we onze financiële positie voor de jaren 2022 tot en met 2025 in beeld. Dat doen we aan de hand van de hoofdlijnen van ons financieel begrotingsbeleid. Ook benoemen we een aantal aandachtspunten bij het meerjarenperspectief.

De komende vier jaar zijn de structurele lasten en baten in evenwicht.
We voldoen daarmee aan de voorschriften en verwachten een positief oordeel van de provincie.

We concluderen dat we een goede financiële positie hebben.
De structurele lasten en baten laten de komende vier jaar overschotten zien. Die overschotten compenseren de tekorten die er zijn op de incidentele lasten. Alleen in het eerste jaar resteert een tekort van incidentele aard. Ons voorstel is om daarvoor onze algemene reserve aan te spreken. Dat is in lijn met het raadsbesluit bij de Kadernota om maximaal € 10 miljoen in te zetten voor incidentele uitgaven.

We beschikken over een robuust eigen vermogen.
Onze algemene reserve van ruim € 48 miljoen* ligt boven het gemiddelde van vergelijkbare gemeenten. We staan voor een aantal investeringen in de Winterswijkse samenleving. Met deze begroting stellen we voor om een deel van de algemene reserve in te zetten voor die investeringen.

Hoofdlijnen financieel begrotingsbeleid
Wij hanteren de volgende uitgangspunten voor de financiën in de begroting:
A. Een structureel sluitende meerjarenbegroting.
B. Voldoende weerstandsvermogen.
C. Volgen van de ontwikkeling van de financiële kengetallen.

*Stand 1-1-2021 na bestemming resultaat 2020

A. Een structureel sluitende meerjarenbegroting

Terug naar navigatie - A. Een structureel sluitende meerjarenbegroting

A. Een structureel sluitende meerjarenbegroting
Structureel sluitend wil zeggen dat we ervoor zorgen dat langjarige lasten worden gedekt door langjarige baten. Dat is ook het belangrijkste toetsingscriterium van de provincie als toezichthouder.

Daarnaast ramen we in de begroting ook incidentele lasten en baten. Die ramen we voor drie jaar of korter. Het totaal van de structurele en incidentele lasten minus de structurele en incidentele baten, leidt tot het totale resultaat van de gemeentebegroting.
Begrotingsoverschotten voegen we toe, begrotingstekorten onttrekken we aan de algemene reserve.

Het begrotingsresultaat 2022-2025
De begroting 2022 is gebaseerd op de ontwikkelingen in de circulaires van het Rijk over de algemene uitkering tot en met mei 2021. Ook zijn effecten uit de Bestuursrapportage en 1e financiële prognose 2021 verwerkt. Overige ontwikkelingen die verwerkt zijn, komen aan de orde bij de programma’s in het vervolg van deze begroting.

Het begrotingsresultaat 2022-2025 ziet er als volgt uit:

 

Bedragen *€ 1.000 2022 2023 2024 2025
Structureel 1.873 944 703 982
Incidenteel -3.878 -2.275 -452 -322
Saldo baten en lasten voor mutaties in reserves -2.005 -1.331 251 660
Structureel 140 143 150 159
Incidenteel 1426 1439 14 13
Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 1.566 1.582 164 172
Structureel resultaat 2.013 1.087 853 1.141
Incidenteel resultaat -2.452 -836 -438 -309
Begrotingsresultaat na mutaties in reserves -439 251 415 832

In de periode 2020-2023 onttrekken we maximaal € 10 miljoen aan de algemene reserve
De raad heeft dit met de kadernota 2019 vastgesteld, om zo incidentele uitgaven te dekken.
Na de 1e prognose 2021 is hiervan € 7.474.000 ingezet voor 2020 en 2021. Dit is inclusief de budgetten voor uitvoering van het Taskforceplan 100% Winterswijk ‘Van Herstel naar Beter’, van € 3 miljoen. Deze konden we niet voorzien toen het maximum van de onttrekking op € 10 miljoen werd gesteld.

Bovenstaand perspectief laat voor 2022 een tekort van € 439.000 zien, dat veroorzaakt wordt door incidentele lasten. In lijn met het raadsbesluit over de kadernota 2019 stellen we u voor dit tekort aan de algemene reserve te onttrekken.

Onttrekkingen aan de algemene reserve
Naast het voorstel om het verwachte tekort voor 2022 te onttrekken aan de algemene reserve, is in deze begroting een aantal onttrekkingen aan de algemene reserve verwerkt:
Crisis- en herstelplan 2.0                                                                                          € 450.000         2022
Afdekken kleiput                                                                                                            € 462.000         2022
Strategische personeelsplanning                                                                         € 400.000         2022
Voorlopige raming tekort grondexploitatie WoooW                               € 1.400.000     2023

Daarnaast stellen we voor om een bestemmingsreserve Integraal huisvestingsplan Onderwijs (IHP) te vormen en daaraan € 11 miljoen uit de algemene reserve toe te voegen. Dit is in lijn met de Kadernota 2022.
Een toelichting op de verschillende onderwerpen staat in het vervolg van deze begroting bij de programma’s.

B. Voldoende weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - B. Voldoende weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen moet tenminste toereikend zijn om de financiële risico’s op te vangen. Wij verwachten dat onze algemene reserve eind 2022 € 34,2 miljoen bedraagt.

Het totaal benodigde weerstandsvermogen stellen we vast op € 3,7 miljoen
We kunnen daarmee concluderen dat ons vermogen voldoende is om de risico’s af te dekken.
In paragraaf B, ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’, leest u de toelichting.

C. Ontwikkeling van de financiële kengetallen

Terug naar navigatie - C. Ontwikkeling van de financiële kengetallen

Wij verwachten de volgende ontwikkeling van de kengetallen in de komende jaren:

2020 2021 2022 2023 2024 2025
jaarrekening begroting begroting begroting begroting begroting
1. Netto schuldquote 69,80% 76,50% 85,30% 89,70% 93,90% 100,90%
2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 63,40% 70,40% 79,00% 83,40% 87,60% 94,60%
3. Solvabiliteit 37,60% 34,20% 32,10% 31,40% 30,70% 29,80%
4. Structurele exploitatieruimte 1,49% 2,03% 2,06% 1,16% 0,91% 0,89%
5. Grondexploitatie 7,30% 7,70% 2,70% 2,80% 2,90% 2,90%
6. Belastingcapaciteit 102,00% 102,00% 102,00% 102,00% 102,00% 102,00%

Ontwikkeling: ons eigen vermogen daalt en het vreemde vermogen stijgt
De ontwikkeling van de kengetallen laat zien, dat ons eigen vermogen de komende jaren afneemt en het vreemde vermogen stijgt. Dit is het gevolg van investeringsplannen die we voor onze gemeente hebben, en ons voorstel om de algemene reserve daarvoor in te zetten. Daarvoor trekken we (langlopende) geldleningen aan. In de kengetallen vertaalt zich dat in een oplopende schuldquote en afnemende solvabiliteit. Het college vindt deze ontwikkeling van de cijfers acceptabel.

Aandachtspunten bij het financieel meerjarenperspectief

Terug naar navigatie - Aandachtspunten bij het financieel meerjarenperspectief

Risico’s die onze gemeente loopt brengen wij in kaart. We kwantificeren ze in paragraaf B: ‘Weerstandsvermogen en risicobeheersing’. Daarnaast spelen er zaken die niet voldoen aan de definitie van een risico, of die extra aandacht verdienen. Die benoemen we hier. Het zijn onderwerpen die op korte of langere termijn onze financiële positie (kunnen) beïnvloeden.

COVID-19 en het Crisis- en herstelplan 2.0
Het Crisis- en herstelplan 2.0 is behandeld als onderdeel van de Kadernota 2022. In dat plan is een scala aan maatregelen beschreven, waaruit wij een selectie hebben gemaakt. De volgende maatregelen hebben een financieel effect in 2022:
- Stimuleringsmaatregelen die zowel de landbouw,
als de natuur ten goede komen                                                                                                                        € 50.000
- De crisisbijdrage sport schrappen voor 2022                                                                                      € 75.000
- Uitvoeren van een cadeaubonnenactie voor 100% Winterswijk                                             € 50.000
- Verlagen lokale lasten, zoals ook in 2021 is gedaan
(denk aan marktgelden, precariobelasting terrassen en reclamebelasting)                         € 250.000
- Overige                                                                                                                                                                        € 25.000

Compensatie van gestegen kosten jeugdzorg
Gemeenten kunnen compensatie tegemoetzien voor de sinds 2015 stijgende kosten voor jeugdzorg. Voor 2022 staat de omvang van dat bedrag vast (€ 2,2 miljoen). Voor de jaren daarna hebben wij een indicatie ontvangen. Daaraan verbonden is een Hervormingsagenda jeugd. Deze agenda omvat afspraken over maatregelen die passen binnen het huidige stelsel, als een voorbereiding op de aanpassing van wet- en regelgeving voor jeugdzorg.
Omdat de exacte hoogte van het bedrag onzeker is en definitieve besluitvorming over zowel het geld als de agenda wordt overgelaten aan een nieuw kabinet, hebben het ministerie van BZK, VNG en de toezichthouders afgesproken, dat gemeenten 75% van de indicatieve bedragen mogen verwerken in hun begroting.
Wij hopen met de Meicirculaire 2022 uitsluitsel te krijgen over de bedragen.

Financiële beheersbaarheid sociaal domein
We hebben een aantal maatregelen genomen om het sociaal domein betaalbaar te houden. We werken aan een eigen hervormingsagenda met daarin maatregelen om duurdere geïndiceerde zorg zo lang mogelijk te voorkomen. Zo transformeren we Wmo-begeleiding naar een algemene voorziening voor arbeidsmatige dagbesteding en gaan we meer gebruik maken van onze inloopvoorzieningen.
We gaan de zorg regionaal inkopen middels de lumpsum financiering en verwachten hiermee de stijging van de budgetten te kunnen ombuigen in een daling. Echter, in verband met ingediende klachten door zorgaanbieders is er door de gemeenten een pas op de plaats gemaakt in de procedure. Dit zal invloed hebben op de planning van de aanbesteding en dus op het begrote resultaat van de inkoop.
Daartegenover zijn er lopende en nieuwe ontwikkelingen, die mogelijk juist druk zetten op de kosten. Denk aan het abonnementstarief voor huishoudelijke hulp en de invoering van pgb 2.0.
Deze ontwikkelingen hebben we zo goed mogelijk financieel vertaald in onze begroting, maar vanwege hun open eindekarakter zijn ze lastig te beïnvloeden en te begroten.

Herverdeling gemeentefonds
Inmiddels wordt er al geruime tijd gewerkt aan een herverdeling van het gemeentefonds. Zowel het Rijk als gemeenten hebben namelijk behoefte aan een betere verdeling, die meer recht doet aan de (kosten)structuur, de lasten en de inkomstenmogelijkheden van gemeenten.
De eerste modellen van de herverdeling in het voorjaar van 2020 zagen er bepaald niet goed uit voor onze gemeente. Daarop hebben wij in de begroting 2021 rekening gehouden met een teruglopende algemene uitkering van € 50 per inwoner in 2025.
Hoe anders zien de modellen er een jaar later uit. Het herziene verdeelmodel laat voor Winterswijk positieve cijfers zien. Deze hebben we echter niet verwerkt in onze begroting vanwege de grote onzekerheid van de uiteindelijke uitkomst.
Het wachten is nu op een nieuw kabinet dat het besluit over de herverdeling moet nemen. De planning is dat in de Meicirculaire 2022 de definitieve uitkomsten worden gepubliceerd, waarna het nieuwe model op 1 januari 2023 ingaat.

Integraal huisvestingsplan (IHP) Onderwijs
Het IHP geeft aan hoe we, voor het basis- en voortgezet onderwijs in Winterswijk, de komende jaren gefaseerd de kwaliteit in onderwijs en adequate huisvesting realiseren.
Uit het IHP vloeit een aantal forse investeringen voort, die op termijn leiden tot een jaarlijkse last van € 1 miljoen. Om geleidelijk te kunnen groeien naar die structurele lasten, stellen we met deze begroting voor om een bestemmingsreserve te vormen van € 11 miljoen. Hieraan onttrekken we de komende jaren steeds bedragen die de last voor onze begroting dempen. De druk op onze begroting wordt daarmee geleidelijk groter.
Met de provincie Gelderland maken wij een zogenaamde maatwerkafspraak. Dat houdt in dat de provincie deze werkwijze bevestigt in de brief met haar oordeel over onze begroting 2022.
Mocht de herverdeling van het gemeentefonds, waarover wij hiervoor schreven, inderdaad zeer positief uitpakken voor onze gemeente, dan biedt dat kansen om versneld te kunnen groeien naar de lasten van de investeringen in de (nieuwe) gebouwen.