Paragraaf D Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Fido) geeft de kaders aan waarbinnen decentrale overheden de ‘treasury-activiteiten’ moeten uitvoeren. Het doel hiervan is de bevordering van een gezonde financiering, het bijdragen aan het behouden van de goede kredietwaardigheid en de handhaving van de positie van decentrale overheden op de kapitaalmarkt. 

In het ‘treasury-statuut’ zijn de beleidskaders voor Winterswijk opgenomen. Zo is vastgelegd dat de ‘treasury-functie’ uitsluitend de publieke taak dient en het beheer verstandig is. De provincie houdt toezicht op de ontwikkeling van de financiële positie van de gemeente. Dit doet de provincie op basis van gegevens die wij verstrekken op grond van de Wet Fido. 

Hierbij is een aantal onderwerpen van belang:
1.    Kasbeheer: maximaal aan te trekken daggelden.
2.    Risicobeheer: renterisiconorm minimalisatie van het renterisico.
3.    Gemeentefinanciering: de relatie tussen kort- en langlopende leningen en de korte- en langetermijnbehoefte aan geld.
4.    Rentevisie.

Kasbeheer

Terug naar navigatie - Kasbeheer

Het opnemen van kasgelden is op dit moment voordeliger dan een debetsaldo bij de bank. Ook zijn de rentelasten van kasgeld, oftewel de kortlopende geldleningen, lager dan die van langlopende leningen. 

Gemeenten mogen echter niet onbeperkt financieren met kortlopende leningen. De kasgeldlimiet is een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal. Voor 2022 betekent dit dat de gemeente gemiddeld per kwartaal maximaal € 8,5 miljoen aan kortlopende gelden mag opnemen. 

Dit is een totaalbedrag voor alle rekening-courantsaldi bij de banken samen (inclusief de opgenomen kortlopende geldleningen). Komt de gemeente voor een periode langer dan één kwartaal boven dit bedrag uit, dan moeten we kortlopende leningen omzetten in een langlopende geldlening.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Onder financiële risico’s verstaan we zowel renterisico’s (van vaste en vlottende schuld) als kredietrisico’s, liquiditeitsrisico’s en koersrisico’s. De Wet Fido geeft een aantal verplichte elementen aan die het risico beperken. 

We kennen zogenoemde vlottende en vaste schulden. Vlottende schulden zijn de schulden die wij op korte termijn moeten aflossen. Ieder jaar verantwoorden we deze bij de jaarrekening in de balans. Een lening met een looptijd van meer dan een jaar, is voor de gemeente een landlopende geldlening.

We hebben de mogelijkheid om dag-, week-, en maandgeldleningen af te sluiten, waarmee we onze liquiditeitspositie op korte termijn in stand kunnen houden. Er is dan ook geen risico dat we onze schulden op korte termijn niet kunnen betalen. Regelmatig wordt daarvoor het saldo bepaald van de lopende rekening. Mede op basis van adviezen van de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG), bepalen we of we overschotten voor een bepaalde periode wegzetten of dat we tekorten voor de langere termijn financieren. Op deze wijze geven we invulling aan het saldo- en liquiditeitsbeheer.

Het aantrekken van daggelden vindt plaats binnen de hiervoor in de Wet Fido gestelde normen. Daarnaast toetsen we ieder kwartaal door middel van een periodieke controle, of we aan de kasgeldlimiet voldoen.

Winterswijk maakt geen gebruik van derivaten. Dit zijn beleggingsproducten, zoals opties, die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed. Derivaten geven de koper het recht om iets voor een bepaalde koers te kopen of te verkopen.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Over de bestaande langlopende geldleningen loopt de gemeente geen renterisico. 
Uit onderstaand verloop van de langlopende leningen blijkt, dat de omvang van de leningenportefeuille vanaf 2021 toeneemt van circa € 68,3 miljoen naar circa 74,6 miljoen in 2022. Op de lange termijn lopen de langlopende leningen verder op. Dit komt door investeringsplannen die we in deze begroting toelichten.

De gemeente Winterswijk heeft per 31 december 2022 een verwacht bedrag van € 74,6 miljoen opgenomen aan langlopende geldleningen, tegen een gemiddeld rentepercentage van 2,2%. 

*1.000 € 2020 2021 2022 2023 2024 2025
Langlopende leningen begin jaar 66.653 75.182 68.257 74.579 75.432 79.443
Herfinanciering 15.000 5.343 13.050 13.100 16.500 18.500
Aflossing -6.471 -12.268 -6.728 -12.247 -12.489 -12.247
Langlopende leningen eind jaar 75.182 68.257 74.579 75.432 79.443 85.696

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Per 15 december 2013 is door het Rijk het schatkistbankieren ingevoerd. Dit is een wettelijke overeenkomst die bepaalt dat ‘overtollige gelden’ alleen nog mogen worden uitgezet op rekening-courant bij de Staat der Nederlanden, of onderling bij andere decentrale overheden (behalve bij de eigen provincie). Eén van de doelstellingen is het verlagen van de EMU-schuld (schuld van de Economische en Monetaire Unie).

Bij het schatkistbankieren wordt gewerkt met een drempelbedrag. Dit bedrag is ingesteld om te voorkomen dat elke dag alle positieve banksaldi afgeroomd moeten worden naar nul. Het drempelbedrag is vastgesteld op 0,75% van het begrotingsbedrag. Uitgaande van een begrotingstotaal van € 98 miljoen voor 2022 komt dit uit op € 735.000 per dag.

Het schatkistbankieren kent geen leningfaciliteiten. Ook het ‘rood’ of debet staan op een schatkistrekening is niet toegestaan. Het Rijk geeft hiervoor een rentevergoeding op basis van Eonia, dit is de afkorting van Euro OverNight Index Average. Eonia is het ééndaagse interbancaire rentetarief voor het eurogebied.

Renteschema

Terug naar navigatie - Renteschema

De hoogte van de rente is in belangrijke mate afhankelijk van de economische ontwikkeling, inflatie en de rentepercentages voor langlopende gelden. Mede gezien de coronacrisis is het zeer moeilijk te voorspellen hoe de economie zich ontwikkelt. Wij gaan uit van de prognoses van het Rijk, waarbij de verwachting is dat de inflatie onder controle blijft. Onze aanname is dat de rente de komende jaren gelijk blijft. Wij gaan circa 
€ 35.000.000 aan langlopende leningen opnieuw beoordelen en herfinancieren. Een adviesbureau zal ons hierbij ondersteunen. Wij verwachten een behoorlijke verlaging van de rentekosten. Dit voordeel is opgenomen in deze begroting.

Het renteschema geeft inzicht in de rentelasten van de externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het saldo van € 600.000 geeft aan dat het rentepercentage (omslagrente) dat is toegerekend aan de kapitaallasten, hoger is dan de begrote rente. Dit komt met name doordat we zoveel mogelijk met kortlopende leningen financieren waardoor de langlopende leningen en dus de rentelasten lager uitvallen. De marge valt binnen de door het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) vastgestelde ruimte van 0,5%. In de loop van het jaar zal het percentage van de omslagrente opnieuw beoordeeld en eventueel aangepast worden.
Overigens berekenen we met ingang van 2022 geen rente meer over ons eigen vermogen, zogenaamde bespaarde rente. Deze fictieve last van zo’n € 2,5 miljoen vertroebelde het beeld van onze werkelijke lasten en blies het totaal van onze begroting op. Bovendien bracht be- en doorrekening een behoorlijke administratieve last met zich.

In onderstaand overzicht is het renteschema over 2022 opgenomen:

  

Renteschema
In onderstaand overzicht is het renteschema over 2022 opgenomen.
Bedrag
a. De externe rentelasten over de korte en lange financiering 2.416.000
b. De externe rentebaten -60.000
2.356.000
c. De rente die aan grondexploitatie moet worden toegerekend -119.000
De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend (voorbeeld: riolering) 0
-119.000
Aan taakvelden toe te rekenen externe rente 2.237.000
d1 Rente over eigen vermogen 0
d2 Rente over voorzieningen 0
Totaal geraamde aan taakvelden toe te rekenen rente 2.237.000
e. De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag) 2.837.000
f. Renteresultaat op het taakveld treasury 600.000

Omslagrente

Terug naar navigatie - Omslagrente

De omslagrente (interne rentepercentage) is geëvalueerd en herberekend. Het interne rentepercentage voor de bouwgrondexploitatie is 1,8%; voor de overige activa is deze gesteld op 2,0%. Dit laatste was vorig jaar nog 4,0%, omdat we toen nog rente over ons eigen vermogen berekenden.

Kasstroom

Terug naar navigatie - Kasstroom

We sluiten zo min mogelijk nieuwe langlopende leningen af. Financiële tekorten dekken we in eerste instantie met name door kortlopende leningen af.

In onderstaand overzicht staat de kasstroom over de jaren 2021 tot en met 2025:

Kasstroom (*1.000) 2021 2022 2023 2024 2025
tm prognose 2 begroting begroting begroting begroting
Saldo per 1 januari 1886 -9.535 -8.646 -8.757 -8.319
Operationele activiteiten
Saldo van baten en lasten -7.400 -2.005 -1.332 251 660
Afschrijvingen 5.515 5.561 5.862 6.203 6.248
Overige mutaties -12 -61 127 286 320
Saldo operationele activiteiten (A) -1.897 3.495 4.657 6.740 7.228
Investeringsactiviteiten
Investeringen (incl. inkomsten) -3.114 -8.983 -5.833 -10.368 -13.499
Saldo investeringsactiviteiten (B) -3.114 -8.983 -5.833 -10.368 -13.499
Financieringsactiviteiten
Aflossing lening -12.268 -6.728 -12.247 -12.488 -12.247
Opgenomen lening 5.343 13.050 13.100 16.500 18.500
Overige mutaties 515 55 212 54 -2
Saldo financieringsactiviteiten (C) -6.410 6.377 1.065 4.066 6.251
Saldo per 31 december -9.535 -8.646 -8.757 -8.319 -8.339