Paragraaf A Lokale Heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over de gemeentelijke belastingen. Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds vormen de belastingen onze belangrijkste inkomstenbronnen. 

We onderscheiden drie typen gemeentelijke belastingen
De onderstaande drie belastingtypen lichten we later in deze paragraaf verder toe:

  • Algemene belastingen;
  • Bestemmingsheffingen;
  • Retributies. 

De opbrengsten van de algemene belastingen tellen we op bij de algemene middelen
Dit betekent dat we de opbrengsten van deze belastingen niet labelen. We kunnen ze daardoor voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen inzetten. 
Voorbeelden van deze algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelastingen (OZB), precariobelasting, reclamebelasting, forensenbelasting en toeristenbelasting. 

De opbrengsten van bestemmingsheffingen zijn bestemd voor specifieke voorzieningen 
Deze specifieke voorzieningen hebben wel een duidelijk algemeen belang. Onder deze categorie vallen de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

We heffen retributies als de gemeente een specifieke dienst verleent
De leges, begraafrechten en marktgelden zijn de belangrijkste retributies binnen de gemeente Winterswijk.

We mogen geen winst maken op bestemmingsheffingen en retributies
De begrote opbrengst mag dus niet hoger zijn dan de begrote kosten om de diensten te verlenen.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

We hanteren de volgende uitgangspunten:

  • De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) is in 2022 gelijk aan die van 2021 (exclusief inflatie en areaaluitbreiding).
  • Het inflatiepercentage van 1,6% is gebaseerd op de algemene prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Dit staat in tabel 4.2.2 van de meicirculaire van het gemeentefonds 2021.
  • De rioolheffing is 100% kostendekkend op basis van het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP);
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend.
  • Bij de leges streven we naar 100% kostendekkendheid.

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

De belastingdruk geeft aan welke belastingen onze inwoners direct in hun portemonnee voelen
Om deze belastingdruk te berekenen, tellen we de OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing bij elkaar op. 

In de tabel Belastingdruk 2021/2022 rekenen we met een WOZ-waarde van € 200.000 voor een woning. De verwachte waardestijging is 7% voor woningen in 2022. 
Verderop in deze paragraaf lichten we de vermelde bedragen verder toe.

De belastingdruk voor de inwoner ziet er als volgt uit:

Gezin (eigen woning) Situatie 2021 Situatie 2022
WOZ-waarde € 200.000 WOZ-waarde € 214.000 (+7% waardestijging)
Onroerendezaakbelasting € 229,00 € 234,00
Afvalstoffenheffing:
- Vastrecht € 171,00 € 172,00
- Variabel deel * € 25,20 € 25,20
Rioolheffing (135 m³) € 367,20 € 367,20
Totaal € 792,40 € 798,40
Gezin (huurwoning) Situatie 2021 Situatie 2022
Afvalstoffenheffing:
- Vastrecht € 171,00 € 172,00
- Variabel deel * € 25,20 € 25,20
Rioolheffing (135 m³) € 367,20 € 367,20
Totaal € 563,40 € 564,40

De belastingdruk voor 2022 stijgt in vergelijking met 2021

Terug naar navigatie - De belastingdruk voor 2022 stijgt in vergelijking met 2021

De belastingdruk voor 2022 stijgt in vergelijking met 2021
De stijging is het gevolg van een hogere OZB en afvalstoffenheffing. In het coalitieakkoord is afgesproken dat de OZB-opbrengst gelijk blijft, met uitzondering van de areaaluitbreiding en de inflatie. Hierdoor stijgt de OZB iets. 
Daarnaast stijgt het tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit komt doordat de kosten van de ROVA stijgen. 
Om 100% kostendekkend te blijven, verhogen we het tarief voor het vastrecht met € 1,00 (€ 172,00) en houden we het variabele tarief gelijk (€ 1,40) per aanbieding. 
Voor een verdere toelichting over de wijze van de afvalstoffenheffing, zie onder ‘Afvalstoffenheffing’.

De belastingdruk voor de inwoner die in een eigen woning woont, stijgt met € 6,00. Rekening houdend met de inflatie (1,6%), daalt de belastingdruk in reële zin met 0,84%. Voor de inwoner in een huurwoning stijgt de belastingdruk met € 1,00. Rekening houdend met de inflatie daalt de belastingdruk in reële zin met 1,42%. 
Door goed te scheiden en minder water te verbruiken, kunnen inwoners zelf nog verder invloed uitoefenen op een deel van de verschuldigde afvalstoffenheffing. Immers, hoe minder restafval wordt aangeboden, hoe lager het variabele deel.

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst heffingen
Jaarrekening 2020 1e Financiële Begroting 2022
prognose per juni 2021
OZB eigenaren woning € 3.108.000 € 3.386.000 € 3.465.000
OZB eigenaren niet-woning € 1.611.000 € 1.617.000 € 1.647.000
OZB gebruikers niet-woning € 1.165.000 € 1.121.000 € 1.133.000
OZB TOTAAL € 5.884.000 € 6.124.000 € 6.245.000
Jaarrekening 2020 1e Financiële Begroting 2022
prognose per juni 2021
Toeristenbelasting € 428.000 € 398.000 € 756.000
Forensenbelasting € 89.000 € 89.000 € 83.000
Precariobelasting € 56.000 € 3.000* € 50.000*
Afvalstoffenheffing € 2.518.000 € 2.577.000 € 2.646.000
Rioolheffing € 4.085.000 € 3.975.000 € 3.975.000
Grafrechten € 203.000 € 204.000 € 203.000
Marktgelden € 100.000 € 0* € 107.000*
Leges Algemene Dienstverlening € 368.000 € 519.000 € 306.000
Leges Omgevingsvergunning € 1.142.000 € 843.000 € 656.000
Reclamebelasting € 109.000 € 0* € 105.000*
TOTAAL € 14.982.000 € 14.732.000 € 15.132.000

Onroerendezaakbelastingen € 6.245.000

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen € 6.245.000

De onroerendgoedmarkt blijft aantrekken voor woningen. De verkoopprijzen stijgen nog steeds. De verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde hierdoor stijgt met zo’n 7%. Voor niet-woningen is de verwachting dat de waarden iets dalen (2%). De exacte invloed is op dit moment nog niet bekend, omdat de herwaardering voor belastingjaar 2022 nog in volle gang is. Eind 2021 wordt de herwaardering afgerond en is duidelijk wat de nieuwe WOZ-waarden voor 2022 zijn. 

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de opbrengst van de OZB van het jaar 2021 wordt gefixeerd. Wel wordt er nog rekening gehouden met areaaluitbreidingen en inflatiecorrectie (1,6% voor 2022). Door het fixeren van de opbrengst wordt het tarief dus gewijzigd. Hierbij geldt dat bij een daling van de WOZ-waarden het tarief stijgt, en bij een stijging van de WOZ-waarden wordt deze lager. Dit komt doordat we bij het berekenen van de OZB de WOZ-waarde vermenigvuldigen met het tarief. 

De OZB-tarieven voor 2022 zijn, onder voorbehoud van de vaststelling belastingverordeningen in december 2021, als volgt: 

Tarieven OZB 2020 2021 2022
OZB eigendom woning 0,11% 0,11% 0,11%
OZB eigendom niet-woning 0,24% 0,24% 0,26%
OZB gebruik niet-woning 0,20% 0,20% 0,20%

Toeristenbelasting € 756.000

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting € 756.000

Voor 2022 handhaven we dezelfde tarieven als in 2021. Door de coronacrisis is het onzeker hoe de toeristische markt zich gaat ontwikkelen. We verwachten dat zodra de coronacrisis afneemt, het aantal overnachtingen gaat stijgen. Hier houden we ook rekening mee bij de begrote opbrengsten. Om zekerheid te bieden aan de verblijfsaanbieders, is besloten de tarieven ongewijzigd te laten. Door het centrumgebied aantrekkelijker te maken, zorgen we ook voor meer toeristen. We blijven in overleg met de toeristische sector, zodat we kunnen inspelen op de actuele situatie. Het aantal overnachtingen kan hierdoor stijgen. In onze meerjarenbegroting houden we daarom rekening met een totale opbrengst die stijgt naar 
€ 800.000 in 2025.

Forensenbelasting € 83.000

Terug naar navigatie - Forensenbelasting € 83.000

Voor het tarief van de forensenbelasting zoeken we aansluiting bij de toeristenbelasting. Het forfaitaire tarief voor een vakantiewoning in de toeristenbelasting is ook van toepassing op de gemeubileerde woning bij de forensenbelasting. Dit tarief is ook in 2022 € 290,00.  

Precariobelasting € 50.000

Terug naar navigatie - Precariobelasting € 50.000

We heffen precariobelasting voor het gebruik van gemeentegrond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de terrassen bij cafés en restaurants en aan uitstallingen. Door de coronacrisis hebben we hiervoor in 2021 geen precariobelasting opgelegd, om de ondernemers een steuntje in de rug te geven. Ook in 2022 leggen we geen precariobelasting voor terrassen (€ 45.000) op. De dekking wordt gevonden in het budget voor het Crisis- en herstelplan 2.0.

Afvalstoffenheffing € 2.646.000

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing € 2.646.000

Inwoners betalen alleen voor het aanbieden van hun restafval. Herbruikbare afvalstoffen halen we tegen nultarief op. De afvalstoffenheffing bestaat daarom uit een vastrecht en een tarief per restafvalaanbieding. 

Wij berekenen de kosten voor de afvalinzameling van de ROVA door in onze tarieven. Omdat deze kosten gestegen zijn, stijgen ook de tarieven. De kostenstijging hebben we, omdat deze minimaal zijn, verwerkt in het vastrecht. 

De tariefontwikkeling ziet er als volgt uit: 

Afvalstoffenheffing (in €)
Maatstaf 2020 2021 2022
Vastrecht 167 171 172
Per aanbieding ondergrondse container[1]* 1,25 1,4 1,4
Per aanbieding container (buitengebied) 7,5 8,4 8,4
[1] * Bij een aantal aanbiedingen van 18 bij de ondergrondse container, komt de totale verschuldigde afvalstoffenheffing uit op
€ 196,20 (= € 171,00 + € 25,20 (18 x € 1,40)).

Rioolheffing € 3.975.000

Terug naar navigatie - Rioolheffing € 3.975.000

De rioolheffing is gebaseerd op een kostendekkendheid van 100%. Het Gemeentelijk Waterbeheersingsplan (GWP) vormt hiervoor de basis. Hierin is opgenomen welke kosten we hebben gemaakt en welke we gaan maken de komende jaren. Door de uitbreiding van de watertaken van de gemeente, kunnen we meer kosten onder de rioolheffing scharen. In het GWP is hier een nadere invulling aan gegeven. 

Binnen de gemeente Winterswijk volgen we het waterspoor voor de rioolheffing. Dat betekent dat we de inwoner belasten voor het daadwerkelijke waterverbruik. De aanslagoplegging verloopt via het waterbedrijf Vitens. De gemeente ’lift’ mee met de aanslagoplegging door Vitens. Aan de hand van het door Vitens berekende waterverbruik, legt Vitens de aanslag rioolheffing namens de gemeente op. Bij het bepalen van de tarieven gaan we uit van een gemiddeld waterverbruik over de afgelopen drie jaar. Vitens levert in november het waterverbruik over de afgelopen periode aan. Met dit waterverbruik houden we rekening bij het berekenen van de tarieven voor 2022. Voorlopig handhaven we de tarieven van 2021.

Rioolheffing (in €)
Aantal m³ waterverbruik 2020 2021 2022
0 2,74 2,72 2,72
501 m³ - 5.000 m³ 2,69 2,68 2,68
5.001 m³ - 20.000 m³ 2,65 2,63 2,63
0 0 0 0

Grafrechten € 203.000

Terug naar navigatie - Grafrechten € 203.000

De kosten voor de begraafplaats zijn al jaren hoger dan de opbrengsten. Dit komt voornamelijk omdat we voor de oudere graven geen inkomsten meer ontvangen, maar we deze wel moeten onderhouden. De mogelijkheden op de begraafplaats zijn uitgebreid met het natuurbegraven en Islamitisch begraven. De tarieven voor de grafrechten houden we gelijk aan 2021.

Marktgelden € 107.000

Terug naar navigatie - Marktgelden € 107.000

De marktkooplui zijn de afgelopen twee jaar zwaar getroffen door de coronacrisis. Om die reden heffen we -net als in 2021- ook in 2022 geen marktgelden (€ 107.000).
De dekking komt uit het budget voor het Crisis- en herstelbudget 2.0.

Leges algemene dienstverlening € 306.000

Terug naar navigatie - Leges algemene dienstverlening € 306.000

Een deel van de tarieven voor de omgevingsvergunningen zijn verhoogd met de prijsindex van 1,6%. De Omgevingswet treedt met ingang van 1 juli 2022 in werking. Dit betekent voor de gemeente dat de werkzaamheden voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning veranderen. Dit heeft ook gevolgen voor de in rekening te brengen leges. We gaan ervan uit dat we wel leges blijven heffen voor het uitvoeren van de ruimtelijke toets. Dit is verwerkt in de begrote opbrengsten. We verwachten in de loop van 2022 nog een bijstelling, omdat dan pas duidelijk is wat de exacte gevolgen zijn van de Omgevingswet op de legesopbrengsten. 

Reclamebelasting € 105.000

Terug naar navigatie - Reclamebelasting € 105.000

Het doel van de reclamebelasting is om het centrumgebied van Winterswijk te verbeteren en te versterken. Hiervoor is de Stichting Ondernemersfonds Centrum Winterswijk opgericht. De gemeente heft de reclamebelasting, zodat zoveel mogelijk ondernemers in het centrum een bijdrage leveren.

Na aftrek van onze eigen kosten maken we de opbrengst over op de rekening van de stichting. Tussen de stichting en de gemeente is een convenant gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over de besteding van het geld. Zo zorgen we ervoor dat het geld ook echt aan het centrumgebied wordt besteed.

In 2021 is ervoor gekozen om de reclamebelasting niet op te leggen vanwege de coronacrisis. Ook in 2022 leggen we geen reclamebelasting (€ 105.000) op. De dekking wordt gevonden in het budget voor het Crisis- en herstelplan 2.0.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Burgers die op het sociaal minimum leven, kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing.
 
Voor burgers die het afgelopen jaar kwijtschelding hebben gehad, laten we bij het Inlichtingenbureau  controleren of zij nog voldoen aan de voorwaarden. Als dit zo is, wordt automatisch kwijtschelding verleend. Burgers hoeven hiervoor dan geen verzoek tot kwijtschelding meer in te dienen. 

We schelden alleen het vastrecht van de afvalstoffenheffing kwijt. Zo stimuleren we ook burgers die in aanmerking komen voor kwijtschelding om het afval zoveel mogelijk te scheiden. 

Bij de rioolheffing schelden we een waterverbruik van maximaal 45 m³ per persoon per huishouden kwijt. We informeren Vitens ook als er kwijtschelding voor de rioolheffing is verleend.

Overzicht van het aantal verleende kwijtscheldingen:

Rekening 2020 Begroting 2021 Begroting 2022
Verleende kwijtscheldingen 555 515 525

Kostenonderbouwing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing

Door de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 5 maart 2016 zijn vanaf de begroting 2017 nieuwe begrotingsregels van kracht. De nieuwe regels hebben ook invloed op de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen. In de paragraaf Lokale heffingen is nu een overzicht van de baten en lasten opgenomen voor die heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten.

In deze paragraaf is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de afvalstoffenheffing, rioolheffing, begraafrechten, marktgelden en leges kostendekkend zijn. Voor deze belastingsoorten geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Onder maximaal kostendekkend verstaan we dat de geraamde baten de geraamde kosten niet mogen overschrijden. Verder houden we rekening met de overhead, waarbij deze omschreven zijn als: ‘die kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces’.

Hieronder geven we achtereenvolgens een overzicht van de kostenonderbouwing voor de afvalstoffenheffing, rioolheffing, begraafrechten, marktgelden en de leges.

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing
 Afvalstoffenheffing
Kosten:
Afval € 2.885.000
Overhead € 96.000
Totale kosten € 2.981.000
Opbrengsten:
Opbrengst belastingen € 2.646.000
Overige opbrengsten € 335.000 Onder andere vergoedingen voor recyclebare afvalstoffen
Totale opbrengsten € 2.981.000
Dekking 100%

Kostenonderbouwing rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing rioolheffing
Rioolheffing
Kosten:
Riolering € 3.783.000
Overhead € 262.000
Totale kosten € 4.045.000
Opbrengsten:
Opbrengst belastingen € 3.975.000
Overige opbrengsten € 42.000
Totale opbrengsten € 4.017.000
Dekking 99%

Kostenonderbouwing grafrechten

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing grafrechten
Begraafrechten
Kosten:
Begraafplaats € 345.000
Overhead € 39.000
Totale Kosten € 384.000
Opbrengsten:
Opbrengst Belastingen € 203.000
Overige Opbrengsten 0
Totale opbrengsten € 203.000
Dekking 53%

Kostenonderbouwing marktgelden

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing marktgelden
Marktgelden
Kosten:
Markt € 98.000
Overhead € 20.000
Totale kosten € 118.000
Opbrengsten:
Opbrengst belastingen € 107.000 Dekking Crisis- en herstelplan 2.0
Overige opbrengsten € 11.000
Totale opbrengsten € 118.000
Dekking 100%

Kostenonderbouwing leges

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing leges

Voor de kostendekkendheid van de leges geldt dat de opbrengst van alle leges samen maximaal 100% mag zijn van de begrote kosten. Dit kan betekenen dat er op onderdelen een overdekking is en op andere onderdelen een onderdekking. Uit bovenstaande tabel blijkt dat er op geen enkele leges een overdekking is. In totaal komt de kostendekkendheid voor alle leges samen uit op 44%. Hiermee voldoen we aan de wettelijke eis dat de totaal begrote opbrengst de begrote kosten niet mag overschrijden.

* De genoemde titels en hoofdstukken zijn terug te vinden in de tarieventabel die hoort bij de Legesverordening. Hierin staan de diverse productgroepen opgenomen, met de daarbij behorende tarieven. Opgenomen zijn alleen die hoofdstukken waar activiteiten in plaatsvinden. 

Leges
Titel-Hoofdstuk Onderwerp Lasten Overhead Totaal lasten Baten Dekking in %
Titel 1 Algemene Dienstverlening
H1 Burgerlijke stand € 44.724 € 23.537 € 68.262 € 49.000 72%
H2 Reisdocumenten/ID-Kaart € 74.709 € 16.222 € 90.931 € 81.435 90%
H3 Rijbewijzen € 89.389 € 30.855 € 120.244 € 110.060 92%
H4 Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen € 7.407 € 4.263 € 11.670 € 2.000 17%
H9 Overige publiekszaken € 41.988 € 9.024 € 51.012 € 31.000 61%
H14 APV-vergunningen € 76.735 € 62.588 € 139.324 € 5.000 4%
H17 Telecommunicatie € 20.940 € 11.070 € 32.010 € 18.000 56%
H18 Verkeer en vervoer € 4.785 € 4.258 € 9.042 € 250 3%
Subtotaal € 360.677 € 161.817 € 522.495 € 296.745 57%
Titel 2 Omgevingsvergunning
H3 Omgevingsvergunning € 914.289 € 655.110 € 1.569.399 € 691.480 44%
Subtotaal € 914.289 € 655.110 € 1.569.399 € 691.480 44%
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn
H1 Horeca € 20.096 € 17.882 € 37.978 € 3.000 8%
H2 Organiseren evenementen € 71.196 € 63.355 € 134.551 € 5.000 4%
Subtotaal € 91.292 € 81.237 € 172.529 € 8.000 5%
Totaal € 1.366.259 € 898.164 € 2.264.423 € 996.225 44%