Paragraaf A Lokale Heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf gaat over de gemeentelijke belastingen. Na de algemene uitkering uit het gemeentefonds vormen de belastingen onze belangrijkste inkomstenbronnen. 

We onderscheiden drie typen gemeentelijke belastingen
De onderstaande drie belastingtypen lichten we later in deze paragraaf verder toe:

  • Algemene belastingen;
  • Bestemmingsheffingen;
  • Retributies.

De opbrengsten van de algemene belastingen tellen we op bij de algemene middelen. Dit betekent dat we de opbrengsten van deze belastingen niet labelen. We kunnen ze daardoor voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen inzetten. 
Voorbeelden van deze algemene belastingen zijn de onroerendezaakbelastingen (OZB), precariobelasting, reclamebelasting, forensenbelasting en toeristenbelasting. 

De opbrengsten van bestemmingsheffingen zijn bestemd voor specifieke voorzieningen. Deze specifieke voorzieningen hebben wel een duidelijk algemeen belang. Onder deze categorie vallen de afvalstoffenheffing en rioolheffing.

We heffen retributies als de gemeente een specifieke dienst verleent, de leges, begraafrechten en marktgelden zijn de belangrijkste retributies binnen de gemeente Winterswijk.

We mogen geen winst maken op bestemmingsheffingen en retributies, de begrote opbrengst mag dus niet hoger zijn dan de begrote kosten om de diensten te verlenen.

Beleid

Terug naar navigatie - Beleid

We hanteren de volgende uitgangspunten:

  • De opbrengst van de onroerendezaakbelasting (OZB) is in 2023 gelijk aan die van 2022 (exclusief inflatie en areaaluitbreiding);
  • Het inflatiepercentage van 3,0% is gebaseerd op de algemene prijsontwikkeling van het bruto binnenlands product (bbp). Dit staat in tabel 4.2.2 van de meicirculaire van het gemeentefonds 2022;
  • De rioolheffing is 100% kostendekkend op basis van het Gemeentelijk Watarplan (GWP);
  • De afvalstoffenheffing is 100% kostendekkend;
  • Bij de leges streven we naar 100% kostendekkendheid.

Belastingdruk

Terug naar navigatie - Belastingdruk

De belastingdruk geeft aan welke belastingen onze inwoners direct in hun portemonnee voelen.
Om deze belastingdruk te berekenen, tellen we de OZB, afvalstoffenheffing en riool- en waterzorgheffing bij elkaar op. 

In de tabel Belastingdruk 2022/2023 rekenen we met een WOZ-waarde van € 200.000 voor een woning. De verwachte waardestijging is 14% voor woningen. Verderop in deze paragraaf lichten we de vermelde bedragen verder toe.

De belastingdruk voor de inwoner ziet er als volgt uit:

Gezin (eigen woning) 2022 2023
WOZ-waarde € 200.000 WOZ-waarde € 228.000*
Belastingen:
Onroerende-zaakbelasting 215,00 221,00
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 172,00 182,00
- variabel deel 21,23 21,23
Rioolheffing (135m³) 364,50 380,70
TOTAAL 772,73 804,93
Gezin (huurwoning) 2022 2023
Belastingen:
Afvalstoffenheffing
- vastrecht 172,00 182,00
- variabel deel 21,23 21,23
Rioolheffing (135m³) 364,50 380,70
TOTAAL 557,73 583,93
*14% waardestijging

De belastingdruk voor 2023 stijgt in vergelijking met 2022

Terug naar navigatie - De belastingdruk voor 2023 stijgt in vergelijking met 2022

De stijging is het gevolg van een hogere OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de OZB-opbrengst gelijk blijft, met uitzondering van de areaaluitbreiding en de inflatie. Dit betekent dat ongeacht de waardestijging (of, -daling) de verschuldigde OZB niet verandert. Voor 2023 verwachten we een waardestijging voor de woningen van gemiddeld 14%. Om de verschuldigde OZB gelijk te houden, verlagen we het tarief voor de OZB eigenaren woningen. Wel wordt rekening gehouden met het inflatiepercentage, wat voor 2023  is vastgesteld op 3%.  Hierdoor stijgt de verschuldigde OZB iets. 

Daarnaast stijgt het tarief voor de afvalstoffenheffing. Dit komt doordat de kosten van de Rova stijgen. Om 100% kostendekkend te blijven, verhogen we het tarief voor het vastrecht met € 10,00 (€ 182,00) en het variabele tarief met € 0,10 (€ 1,50) per aanbieding.  Voor een verdere toelichting over de wijze van de afvalstoffenheffing, zie onder ‘Afvalstoffenheffing’.

Tot slot gaan we ook de tarieven voor de riool- en waterzorgheffing verhogen. De afgelopen twee jaar hebben we de tarieven gelijk weten te houden. Om 100% kostendekkend te blijven, kunnen we nu niet anders dan een verhoging door te voeren. De tarieven stijgen met € 0,10 per kubieke meter ingenomen water. Dat is een stijging van 3,7%.

De belastingdruk voor de inwoner die in een eigen woning woont, stijgt met € 31,20. Rekening houdend met de inflatie (3,0%), stijgt de belastingdruk in reële zin met 1,04%. Voor de inwoner in een huurwoning stijgt de belastingdruk met € 25,20. Rekening houdend met de inflatie stijgt de belastingdruk in reële zin met 1,52%.

Door goed te scheiden, kunnen inwoners zelf nog verder invloed uitoefenen op een deel van de verschuldigde afvalstoffenheffing. Immers, hoe minder restafval wordt aangeboden, hoe lager het variabele deel.  Door verstandig met het waterverbruik om te gaan, is het ook mogelijk om minder aan riool- en waterzorgheffing te betalen. Dit komt omdat we de riool- en waterzorgheffing per kubieke meter ingenomen water afrekenen.

Opbrengst heffingen

Terug naar navigatie - Opbrengst heffingen
Belastingsoort Rekening 2021 Begroting 2022 Begroting 2023
OZB eigenaren woningen 3.387.000 3.465.000 3.690.000
OZB eigenaren niet woning 1.614.000 1.647.000 1.685.000
OZB gebruikers niet woning 1.119.000 1.133.000 1.165.000
OZB TOTAAL 6.120.000 6.245.000 6.540.000
Reclamebelasting 0 0 105.000
Toeristenbelasting 720.000 756.000 809.000
Forensenbelasting 94.000 83.000 90.000
Precariobelasting 5.000 50.000 50.000
Afvalstoffenheffing 2.594.000 2.660.000 2.841.000
Rioolheffing 3.920.000 3.975.000 4.174.000
Grafrechten 204.000 201.000 201.000
Marktgelden 0 0 100.000
Leges Wabo vergunningen 1.606.000 656.000 546.000
Leges 438.000 306.000 256.000
Totaal 15.701.000 14.932.000 15.712.000

Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen

De onroerendgoedmarkt blijft aantrekken voor woningen. De verkoopprijzen stijgen nog steeds. De verwachting is dat de gemiddelde WOZ-waarde hierdoor stijgt met zo’n 14%. Voor niet-woningen is de verwachting dat de waarden gemiddeld genomen gelijk blijven. De exacte invloed is op dit moment nog niet bekend, omdat de herwaardering voor belastingjaar 2023 nog in volle gang is. Eind 2022 wordt de herwaardering afgerond en is duidelijk wat de nieuwe WOZ-waarden voor 2023 zijn. 

In het coalitieakkoord is afgesproken dat de opbrengst van de OZB van het jaar 2022 wordt gefixeerd. Wel wordt er nog rekening gehouden met areaaluitbreidingen en inflatiecorrectie (3,0% voor 2023). Door het fixeren van de opbrengst wordt het tarief dus gewijzigd. Hierbij geldt dat bij een daling van de WOZ-waarden het tarief stijgt, en bij een stijging van de WOZ-waarden wordt deze lager. Dit komt omdat we bij het berekenen van de OZB de WOZ-waarde vermenigvuldigen met het tarief. 

De OZB-tarieven voor 2023 zijn, onder voorbehoud van de vaststelling belastingverordeningen in december 2022, als volgt: 

Tarieven Onroerende-zaakbelasting (OZB) 2022 2023
Eigendom woning 0,1073% 0,0969%
Eigendom niet-woning 0,2540% 0,2616%
Gebruik niet-woning 0,2022% 0,2083%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

Voor 2023 handhaven we dezelfde tarieven als in 2022. Om zekerheid te bieden aan de verblijfsaanbieders, is besloten de tarieven ongewijzigd te laten. Door het centrumgebied aantrekkelijker te maken, zorgen we ook voor meer toeristen. We zijn in overleg met de toeristische sector om een toeristische visie op te stellen. Zodra deze visie er is, gaan we ook de tarieven voor de toeristenbelasting onder de loep nemen. We streven daarbij naar afspraak voor meerdere jaren, zodat de verblijfsaanbieders weten waar ze aan toe zijn.  Eveneens streven we naar 1 tarief.

Forensenbelasting

Terug naar navigatie - Forensenbelasting

Voor het tarief van de forensenbelasting zoeken we aansluiting bij de toeristenbelasting. Het forfaitaire tarief voor een vakantiewoning in de toeristenbelasting is ook van toepassing op de gemeubileerde woning bij de forensenbelasting. Dit tarief is ook in 2023 € 290.

Precariobelasting

Terug naar navigatie - Precariobelasting

We heffen precariobelasting voor het gebruik van gemeentegrond. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de terrassen bij cafés en restaurants en aan uitstallingen. Door de coronacrisis hebben we hiervoor in 2022 geen precariobelasting opgelegd, om de ondernemers een steuntje in de rug te geven. In 2023 heffen we de precariobelasting voor terrassen wel.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

Inwoners betalen alleen voor het aanbieden van hun restafval. Herbruikbare afvalstoffen halen we tegen nultarief op. De afvalstoffenheffing bestaat daarom uit een vastrecht en een tarief per restafvalaanbieding. 

Wij berekenen de kosten voor de afvalinzameling van de Rova door in onze tarieven. Omdat deze kosten gestegen zijn, stijgen ook de tarieven. De kostenstijging hebben we verwerkt in het vastrecht en het variabel tarief. 

De tariefontwikkeling ziet er als volgt uit: 

Tarieven Afvalstoffenheffing 2022 2023
Afvalstoffenheffing
Vastrecht 172,00 182,00
Variabel:
Ondergrondse verzamelcontainer 1,40 1,50
140 liter restafvalcontainer 5,60 6,00
240 liter restafvalcontainer 8,40 9,00

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De riool- en waterzorgheffing is gebaseerd op een kostendekkendheid van 100%. Het Gemeentelijk Waterbeheersingsplan (GWP) vormt hiervoor de basis. Hierin is opgenomen welke kosten we hebben gemaakt en welke we gaan maken de komende jaren. Door de uitbreiding van de watertaken van de gemeente, kunnen we meer kosten onder de riool- en waterzorgheffing scharen. In het GWP is hier een verdere invulling aan gegeven. 

Binnen de gemeente Winterswijk volgen we het waterspoor voor de riool- en waterzorgheffing. Dat betekent dat we de inwoner belasten voor het daadwerkelijke waterverbruik. De aanslagoplegging verloopt via het waterbedrijf Vitens. De gemeente ’lift’ mee met de aanslagoplegging door Vitens. Aan de hand van het door Vitens berekende waterverbruik, legt Vitens de aanslag riool- en waterzorgheffing namens de gemeente op. Bij het bepalen van de tarieven gaan we uit van een gemiddeld waterverbruik over de afgelopen drie jaar. Vitens levert in november het waterverbruik over de afgelopen periode aan. Met dit waterverbruik houden we rekening bij het berekenen van de tarieven voor 2023. 

Bij het berekenen van de tarieven proberen we een opbrengst te begroten die 100% kostendekkend is.  Omdat de kosten gestegen zijn, door onder andere de inflatie, stijgen ook de tarieven. De inflatie ligt op zo'n 3%, waardoor de tarieven al stijgen met € 0,08 per kubieke meter. De totale stijging is € 0,10 per kubieke meter.

Tarieven Riool- en waterzorgheffing 2022 2023
per kubieke meter
0-500 m³ 2,72 2,82
501 - 5.000 m³ 2,68 2,78
5.001 - 20.000 m³ 2,63 2,73
20.001 en meer 0,00 0,00

Grafrechten

Terug naar navigatie - Grafrechten

De kosten voor de begraafplaats zijn al jaren hoger dan de opbrengsten. Dit komt voornamelijk omdat we voor de oudere graven geen inkomsten meer ontvangen, maar we deze wel moeten onderhouden. De mogelijkheden op de begraafplaats zijn uitgebreid met het natuurbegraven en Islamitisch begraven. Daarnaast is de kinderbegraafplaats opgeknapt. Van de nabestaanden horen we hier positieve geluiden over. De tarieven voor de grafrechten houden we gelijk aan 2022.

 

Marktgelden

Terug naar navigatie - Marktgelden

De marktgelden leggen we op aan de marktkooplui die op de woensdag en zaterdag een marktkraam hebben op de markt. De tarieven zijn zodanig bepaald dat we 100% kostendekkend zijn. Vooralsnog gaan we ervanuit dat de tarieven er als volgt uitzien. Vanwege Corona zijn de tarieven in 2022 op € 0 gesteld.

Tarieven marktgeld 2022 2023
per vierkante meter:
zaterdag 0,00 0,98
zaterdag vette waren 0,00 1,33
woensdag 0,00 0,62
woesdag vette waren 0,00 0,83

Leges algemene dienstverlening

Terug naar navigatie - Leges algemene dienstverlening

Een deel van de tarieven voor de omgevingsvergunningen zijn verhoogd met de prijsindex van 3,0%. De Omgevingswet treedt naar verwachting met ingang van 1 januari 2023 in werking. Dit betekent voor de gemeente dat de werkzaamheden voor de beoordeling van een aanvraag voor een vergunning veranderen. Dit heeft ook gevolgen voor de in rekening te brengen leges. We gaan ervan uit dat we wel leges blijven heffen voor het uitvoeren van de ruimtelijke toets. Dit is verwerkt in de begrote opbrengsten. We verwachten in de loop van 2023 nog een bijstelling, omdat dan pas duidelijk is wat de exacte gevolgen zijn van de Omgevingswet op de legesopbrengsten. 

Reclamebelasting

Terug naar navigatie - Reclamebelasting

Het doel van de reclamebelasting is om het centrumgebied van Winterswijk te verbeteren en te versterken. Hiervoor is de Stichting Ondernemersfonds Centrum Winterswijk opgericht. De gemeente heft de reclamebelasting, zodat zoveel mogelijk ondernemers in het centrum een bijdrage leveren.

Na aftrek van onze eigen kosten maken we de opbrengst over op de rekening van de stichting. Tussen de stichting en de gemeente is een convenant gesloten, waarin afspraken zijn gemaakt over de besteding van het geld. Zo zorgen we ervoor dat het geld ook echt aan het centrumgebied wordt besteed.

In 2022 is ervoor gekozen om de reclamebelasting niet op te leggen vanwege de coronacrisis. Voor 2023 leggen we wel reclamebelasting (€ 105.000) op. Hierbij handhaven we het tarief uit 2020, namelijk € 540.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Burgers die op het sociaal minimum leven, kunnen kwijtschelding aanvragen voor de afvalstoffenheffing en de riool- en waterzorgheffing.
 
Voor burgers die het afgelopen jaar kwijtschelding hebben gehad, laten we bij het Inlichtingenbureau  controleren of zij nog voldoen aan de voorwaarden. Als dit zo is, wordt automatisch kwijtschelding verleend. Burgers hoeven hiervoor dan geen verzoek tot kwijtschelding meer in te dienen. 

We schelden alleen het vastrecht van de afvalstoffenheffing kwijt. Zo stimuleren we ook burgers die in aanmerking komen voor kwijtschelding om het afval zoveel mogelijk te scheiden. 

Bij de riool- en waterzorgheffing schelden we een waterverbruik van maximaal 45 m³ per persoon per huishouden kwijt. We informeren Vitens ook als er kwijtschelding is verleend.

 

Kostenonderbouwing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing

Door de wijziging van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) op 5 maart 2016 zijn vanaf de begroting 2017 nieuwe begrotingsregels van kracht. De nieuwe regels hebben ook invloed op de kostenonderbouwing van gemeentelijke heffingen. In de paragraaf Lokale heffingen is nu een overzicht van de baten en lasten opgenomen voor die heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten.

In deze paragraaf is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en leges kostendekkend zijn. Voor deze belastingsoorten geldt dat deze maximaal kostendekkend mogen zijn. Onder maximaal kostendekkend verstaan we dat de geraamde baten de geraamde kosten niet mogen overschrijden. Verder houden we rekening met de overhead, waarbij deze omschreven zijn als: ‘die kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces’.

Hieronder geven we achtereenvolgens een overzicht van de kostenonderbouwing voor de afvalstoffenheffing, riool- en waterzorgheffing, begraafrechten, marktgelden en de leges.

Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing afvalstoffenheffing
Kostendekkendheid Afvalstoffenheffing
Kosten
Afval 3.044.000
overhead 100.000
Totale kosten 3.144.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 2.842.000
Overige opbrengsten 302.000
Totale opbrengsten 3.144.000
Dekking 100%

Kostenonderbouwing rioolheffing

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing rioolheffing
Kostendekkendheid riool- en waterzorgheffing
Kosten
Riolering 3.970.000
Overhead 270.000
Totale kosten 4.240.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 4.174.000
Overige opbrengsten 42.000
Totale opbrengsten 4.216.000
Dekking 99%

Kostenonderbouwing grafrechten

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing grafrechten
Kostendekkendheid grafrechten
Kosten
Begraafplaats 325.000
Overhead 41.000
Totale kosten 366.000
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 202.000
Overige opbrengsten 0
Totale opbrengsten 202.000
Dekking 55%

Kostenonderbouwing marktgelden

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing marktgelden
Kostendekkendheid marktgelden
Kosten
Riolering 98.600
Overhead 21.000
Totale kosten 119.600
Opbrengsten
Opbrengst belastingen 100.000
Overige opbrengsten 10.900
Totale opbrengsten 110.900
Dekking 93%

Kostenonderbouwing leges

Terug naar navigatie - Kostenonderbouwing leges

Voor de kostendekkendheid van de leges geldt dat de opbrengst van alle leges samen maximaal 100% mag zijn van de begrote kosten. Dit kan betekenen dat er op onderdelen een overdekking is en op andere onderdelen een onderdekking. Uit bovenstaande tabel blijkt dat er op geen enkele leges een overdekking is. In totaal komt de kostendekkendheid voor alle leges samen uit op 36%. Hiermee voldoen we aan de wettelijke eis dat de totaal begrote opbrengst de begrote kosten niet mag overschrijden.

De genoemde titels en hoofdstukken zijn terug te vinden in de tarieventabel die hoort bij de Legesverordening. Hierin staan de diverse productgroepen opgenomen, met de daarbij behorende tarieven. Opgenomen zijn alleen die hoofdstukken waar activiteiten in plaatsvinden. 

Kostendekkendheid leges
Lasten Overhead Totaal lasten Baten Dekking in %
Titel 1 Algemene Dienstverlening
H 1 Burgerlijke stand 50.582 19.422 70.003 49.000 70%
H 2 Reisdocumenten/ID-Kaart 50.211 11.701 61.912 54.360 88%
H 3 Rijbewijzen 86.499 28.085 114.584 99.897 87%
H 4 Verstrekkingen uit Basisregistratie Personen 7.235 3.823 11.058 2.000 18%
H 5 Overige publiekszaken 42.403 8.504 50.907 31.000 61%
H 14 APV-vergunningen 81.748 64.601 146.350 5.000 3%
H 17 Telecommunicatie 21.898 11.426 33.324 25.000 75%
H 18 Verkeer en vervoer 5.153 4.395 9.548 250 3%
Subtotaal 345.729 151.956 497.685 266.507 54%
Titel 2 Omgevingsvergunning
H 3 Omgevingsvergunning 962.231 658.672 1.620.903 546.480 34%
Subtotaal 962.231 658.672 1.620.903 546.480 34%
Titel 3 Europese Dienstenrichtlijn
H 1 Horeca 21.642 18.458 40.100 3.000 7%
H 2 Organiseren evenementen 76.676 65.392 142.068 5.000 4%
Subtotaal 98.318 83.850 182.168 8.000 4%
Totaal 1.406.278 894.478 2.300.757 820.987 36%