Baten
Binnen de algemene middelen is sprake van een forse inkomstenverhoging die feitelijk geheel is toe schrijven aan een verhoging van de algemene uitkering. Afgerond en in bedragen x € 1.000 ziet de aanpassing er voor de komende jaren als volgt uit:
2023 2024 2025 2026
Herverdeeleffect 300 1.700 2.100 2.200
Algemene stijging 5.900 7.000 8.400 3.000
Compensatie jeugdzorg 750 100 100 600
Overige bijstellingen 150 200 0 100
Totaal 7.100 9.000 10.600 5.900
Herverdeeleffect
Vanaf 2023 wordt het gemeentefonds (totaal € 35 miljard) op een andere wijze verdeeld. Omdat het totale bedrag gelijk blijft ontstaan in dat geval voor- en nadeelgemeenten. De mate van voor- of nadeel verschilt enorm per gemeente. Om nadeelgemeenten niet van de één op de andere dag met een te groot nadeel te confronteren, wordt er in dit soort situaties altijd een zogenaamd ingroeipad afgesproken. De voordeelgemeenten krijgen dan in oplopende stapjes het voordeel uitgekeerd waarmee de nadeelgemeenten tijdelijk gecompenseerd worden. Concreet ontvangt Winterswijk, via het ingroeipad, in 2023 € 7,50 per inwoner, in 2024 € 22,50 per inwoner en vanaf 2025 € 37,50 per inwoner. De laatste berekeningen tonen echter dat Winterswijk voordeelgemeente is voor een bedrag van € 100 per inwoner. Of en wanneer het resterende voordeel uitgekeerd gaat worden is dus nog onzeker en onderdeel van de genoemde nieuwe financieringssystematiek voor gemeenten.
Algemene stijging
Het accres (ook wel groei van het gemeentefonds) is afhankelijk van de totale Rijksuitgaven. Geeft het Rijk (naar verwachting) meer uit dan in een vorige periode aangenomen dan stijgt ook het gemeentefonds evenredig en andersom, ook wel aangeduid als ‘samen de trap op en af’.
In de meicirculaire 2022 zit op dit onderdeel het grootste voordeel omdat gemeenten nu extra hard ‘mee de trap op gaan’ doordat het Rijk veel meer uitgeeft dan bij start van het nieuwe kabinet werd aangenomen (o.a. inflatie). De totale algemene uitkering, en vooral het accres, geldt als algemeen dekkingsmiddel voor bijvoorbeeld gestegen kosten maar ook voor bijvoorbeeld eigen nieuw beleid.
Commissie van Wijzen, Jeugdzorg
Er is een ‘arbitragecommissie’ ingesteld die uitspraken heeft gedaan over de ‘tekorten’ in de Jeugdzorg. Het kabinet heeft de, de door commissie geadviseerde, bedragen in de Rijksbegroting opgenomen en gemeenten werd toegestaan 75% hiervan in de begroting op te nemen. Bij deze meicirculaire is voor 2023 de resterende 25% toegekend en heeft een herberekening plaats gevonden van de bedragen voor 2024 tot en met 2026.
Overige bijstellingen
Daarnaast is sprake van een aantal overige bijstellingen zoals extra middelen voor BOA-capaciteit waar elders in de begroting rekening is gehouden met extra uitgaven.
Voor het jaar 2026 is sprake van een afname ten opzicht van 2025 van € 4,7 miljoen. In het hoofdstuk Financiële positie van de gemeente Winterswijk is hierop al een nadere toelichting gegeven.
Lasten
Onder de lasten zijn 'negatieve' bedragen opgenomen wat feitelijk inhoudt dat we met een voordeel voor de begroting te maken hebben. Dit heeft een financieel-technische oorzaak door de huidige wijze van doorbelasting van salaris- en overige organisatiekosten (waaronder ook kapitaallasten). In 2022 zijn we gestart om dit anders vorm te geven, echter de effecten daarvan konden in deze begroting nog niet worden meegenomen.
Voor de jaren 2023-2026 hebben we een aanvullende stelpost voor inflatie opgenomen van € 300.000. Daarmee is binnen dit programma sprake van een voordeel op doorbelaste bedrijfsvoerings- en kapitaallasten (overige ontwikkelingen) van ruim € 1,8 miljoen. Hier staan echter bij de verschillende beleidsvelden nadelen op overige ontwikkelingen tegenover voor een totaalbedrag van afgerond € 2,4 miljoen. Het verschil van € 600.000 komt overeen met de CAO-stijging (3,5%) van de personeelslasten die 'beetje bij beetje' verdeeld zijn over alle beleidsvelden, voor het overige is sprake van een financieel-technische verschuiving in lasten (dus geen extra lasten).